Nog veel werk voor TTIP-verdrag
Voordat het vrijhandelsverdrag TTIP tussen de EU en de VS kan worden gesloten, moeten op belangrijke terreinen nog veel meningsverschillen worden overbrugd. Dat lieten de onderhandelaars van beide partijen dinsdag weten in een overzicht van de stand van zaken.
Onder meer op het gebied van publieke aanbestedingen, de omstreden investeringsbescherming en handelsmerken lopen de standpunten nog ver uiteen. Volgens EU-handelscommissaris Cecilia Malmström was er op andere punten toenadering. „We hebben aanzienlijke en tastbare vooruitgang geboekt. Ik zie ernaar uit om in gesprek te gaan met de nieuwe Amerikaanse regering over de toekomst van de trans-Atlantische handelsrelaties.”
De partijen onderhandelen sinds juli 2013, en lasten vorig jaar oktober een pauze in. Of er een akkoord komt wordt nu een zaak voor de regering-Trump. Die heeft tijdens zijn verkiezingscampagne steeds benadrukt „niet in vrijhandelsverdragen te geloven” en lijkt de Amerikaanse markt af te willen schermen.
Minister Lilianne Ploumen van Buitenlandse Handel ziet nog kansen. De pauze biedt volgens haar „de gelegenheid om het publiek, vakbonden, bedrijven en maatschappelijke organisaties meer en beter te betrekken bij de onderhandelingen en met elkaar na te denken over hoe TTIP de toon kan gaan zetten voor eerlijkere en duurzamere internationale handel”. De minister stelt dat met de juiste afspraken handelsverdragen kunnen zorgen voor „meer banen, betere werkomstandigheden, een schoner milieu en meer kansen voor mensen in ontwikkelingslanden”.