De zon geeft meer dan licht en warmte
Wat tijdens zonsondergang in de lucht hangt als een egaal gekleurde bal met hooguit wat vlekjes, is in werkelijkheid een kokende poel gloeiendheet plasma. De invloed daarvan op aarde is zo groot dat er dagelijks een ruimteweerbericht verschijnt.
Begin 1859 weet nog niemand wat dat is: ruimteweer. Maar dat zal snel veranderen. Begin september van dat jaar heeft er een krachtige explosie plaats in de zon, en de zonnevlam die daarbij ontstaat slingert een krachtige stroom geladen deeltjes richting aarde.
In de dagen daarna is er aan de nachtelijke hemel een ongeëvenaard poollicht te zien, bijna tot aan de evenaar toe. De nog maar kort bestaande telegraaflijnen in Amerika slaan op tilt en er ontstaat zelfs brand in telegrafiekantoren. Als medewerkers de accu’s van de apparatuur loskoppelen, blijft de elektrische stroom gewoon lopen. De oorzaak is een raadsel, maar de link met het poollicht is snel gelegd.
In haar boek ”15 miljoen graden” beschrijft Lucie Green –als hoogleraar verbonden aan het Mullard Space Science Laboratory van het University College London– hoe groot de invloed van de zon op aarde kan zijn. Green doet onderzoek naar magnetisme in de zon. De krachten die dat magnetisme losmaakt, verbazen haar als kenner nog steeds.
De noodzaak om de zon te begrijpen wordt volgens haar met de dag dringender. In 1859 waren het vooral problemen met telegraaflijnen die de aandacht vroegen. In de huidige maatschappij zouden bij een dergelijke explosie op de zon het betalingsverkeer, de elektriciteitsvoorziening en de luchtvaart in grote problemen komen.
Verwondering
Lucie Green is zonnefysicus, een natuurkundige die ontzettend veel afweet van de buitenkant én de binnenkant van de zon. En dat zal de lezer weten ook. Ze legt de lat in haar boek hoog, maar schrijft toch heel toegankelijk. Dat komt ook door de vele beelden die ze geeft en de proefjes die ze beschrijft. Neem die gaatjescamera van karton en aluminiumfolie, om de zon veilig waar te nemen. Die wil ik thuis ook!
Tegenwoordig lopen er sterrenkundigen op de universiteit rond die aan de nachtelijke hemel niet eens de Grote Beer kunnen aanwijzen. Die kennis is ook niet nodig, want zon en sterren worden bestudeerd door computergestuurde satellieten en telescopen.
Tot die categorie hoort Green niet. Ondanks het grote gehalte aan natuurkundige wetten en weetjes, blijkt op elke bladzijde de verwondering voor dat grote heelal en de dichtstbijzijnde ster: de zon. Om een zonsverduistering van meer dan zes minuten waar te nemen, boekte ze –puur om van het verschijnsel te genieten– een reis op een cruiseschip.
Green is een gedreven vrouw, maar is tegelijkertijd bescheiden. Keer op keer stelt ze vast dat wetenschappers het naadje van de kous nog lang niet weten. Wat niet wegneemt dat ze de oerknaltheorie als verklaring voor het ontstaan van het heelal als een gegeven beschouwd.
IJstijd
Als een echte wetenschapper bewaart Green de kers op de taart (waar een journalist al in het eerste hoofdstuk mee zou uitpakken) voor het laatst. In het laatste hoofdstuk schrijft ze over de activiteit van de zon, die de afgelopen decennia verrassend laag is, en de weerslag daarvan op het klimaat.
Vooral klimaatsceptici laten zich op dit gebied horen en voorspellen een nieuwe kleine ijstijd, zoals zich in Noordwest-Europa ook voordeed van de vijftiende tot en met de negentiende eeuw. Op dat moment was de zon ook weinig actief, met weinig zonnevlekken en dus ook weinig uitbarstingen.
Green laat goed onderbouwd zien dat de kleine ijstijd een regionaal effect was, en legt ook uit hoe dat komt. Ook rekent ze voor dat de huidige lage activiteit van de zon de temperatuur wereldwijd niet meer dan enkele tienden van een graad laat dalen. Niet meer dan een druppel op de gloeiende plaat van de mondiale opwarming die gaande is.
Boekgegevens
”15 miljoen graden”, Lucie Green; uitg. Nieuw Amsterdam, Amsterdam, 2016; ISBN 978 90 468 1442 0; 288 blz.; € 22,99.