Kerk & religie

Hemelwaarts kijken in Amsterdamse Oude Kerk

Hoog, omhoog, omhoog... Meterslange banen stof als een enorm gordijn om je heen. Een eeuwenoude pilaar midden in dit kleine domein. Grijze stenen op de grond, gewelven hoog in de lucht. Hier kan je blik nog maar één kant uit. Hemelwaarts.

Annemieke van den Berg
13 January 2017 16:03Gewijzigd op 16 November 2020 09:34
beeld RD, Anton Dommerholt
beeld RD, Anton Dommerholt

Daar sta je dan te staren naar de middeleeuwse gewelven van de Oude Kerk in Amsterdam. Ineens valt op wat een prachtig plafond dit eigenlijk is. Natuurlijk had je dat al geregistreerd bij binnenkomst, maar toch. Het is nu anders. Zou schoonheid meer schitteren in een uitsnede dan als geheel?

De Oude Kerk, het oudste nog bestaande gebouw van de hoofdstad, wordt behalve als monument ook als podium voor hedendaagse kunst op de kaart gezet. Ieder jaar zijn hier onder meer twee exposities. Op dit moment is dat een tentoonstelling met werk van Marinus Boezem, een tachtigplusser en een van de eerste conceptueel kunstenaars in Nederland. Conceptuele kunst houdt in dat het idee of concept belangrijker is dan esthetische of materiaaltechnische afwegingen.

„De kunst die wordt tentoongesteld in de Oude Kerk gaat altijd een gesprek aan met het gebouw”, aldus communicatiemedewerker Emma van Wolferen. „Zodat beide elkaar versterken.” Boezem heeft speciaal voor deze expositie vijf nieuwe werken gemaakt die tot 26 maart te zien zijn. Hoewel, deze kunst moet je vooral beleven.

Slakkenhuis

Sommige bezoekers durven het kunstwerk met de gordijnen rondom de pilaar, ”Labyrinth” geheten, niet in te lopen, vertelt Van Wolferen. Dat is ook wel in te denken: de witte, semitransparante banen stof hebben iets smetteloos. Toch moet je er wel ingaan om dit kunstwerk meer te kunnen laten zijn dan „een gordijn in de kerk.”

De stofbanen zijn in de vorm van een slakkenhuis (labyrint) opgehangen. Eerst loop je door de ”slakkenhuisgang” voordat je in het binnenste van het werk komt: een kleine, ronde ruimte met in het midden een pilaar van de kerk. Door de verticale lijnen wordt de blik hier automatisch omhooggetrokken. Je ziet de houten gewelven nu ook in de vorm van een slakkenhuis – symbool voor een altijddurende beweging, oneindigheid.

De kunstwerken laten je het gebouw op een andere manier zien en beleven, aldus Van Wolferen. Als je door de semitransparante stof kijkt, krijgen kerk en glas-in-loodramen bijvoorbeeld een heel andere aanblik.

Boezem past vaak „ongrijpbare elementen” toe in zijn werk, zoals wind, lucht en beweging. Ook heeft hij bijzondere belangstelling voor kerkgebouwen en de gotiek. „Met zijn werk wil hij als het ware een verbinding maken tussen aarde en hemel. Hij verbeeldt het eeuwenoude verlangen van de mens om op te stijgen, naar de hemel te gaan.”

Glasgerinkel

Ineens klinkt er een harde klap door de kerk, gevolgd door glasgerinkel. Het geluid komt uit boxen, maar klonk nog niet zo lang geleden echt in de kerk. Voor het werk ”Meteorieten” heeft Boezem een paar grote spiegels kapot laten vallen in het gebouw. Her en der liggen ze op de grijze zerken, sommige in flinterdunne scherven, andere uiteengevallen in grote stukken. Wie erin kijkt, ziet de middeleeuwse gewelven weerspiegeld. Zo worden hoog en laag, aarde en hemel verbonden. Maar het hier en nu wordt gekenmerkt door gebrokenheid, de barsten en de scherven.

Of de oude vloer niet te lijden heeft gehad van het vallende glas? Volgens Van Wolferen zijn de oude stenen niet beschadigd. „Daar is van tevoren onderzoek naar gedaan.”

Bouwlift

Behalve tussen aarde en hemel trekt Boezem lijnen tussen het gewone en het verhevene, tussen grof en verfijnd, banaal en bijzonder. Zo staat er midden in de kerk een bouwlift. Ja, ook dit heet kunst. Ernaast staan voortdurend bezoekers te wachten die hiermee graag de lucht in willen. En dat mag. Een medewerkster in uniform begeleidt hen in kleine aantallen naar boven. Zo kunnen ze letterlijk opstijgen en het gebouw vanaf 15 meter hoogte bekijken. Bovenin, waar de lift een tijdje stil blijft staan, hangt een spiegel waarop de kunstenaar een boodschap voor de kijkers heeft geschreven.

Schoenen

Buiten de kerkmuren bevindt zich de sacristietuin, een postzegeltje groen in het stadscentrum. Op aanwijzingen van Boezem is hier een grote verrekijker neergezet. Een bordje erbij vermeldt de titel van dit kunstwerk: ”The vanishing of the artist” (de verdwijning van de kunstenaar). Wie erdoor kijkt, krijgt een paar schoenen in beeld: de stappers van de kunstenaar zelf. Ze staan op de zinken dakrand van de kerk, zo hoog dat ze met het blote oog haast niet te zien zijn. Wat ze zeggen is dat de kunstenaar zogenaamd is verdwenen, opgestegen.

Het hemelse lijkt voor Boezem niet meer te zijn dan een illusie van de mens. Neemt hij een loopje met het geloof in God, de hemel en de eeuwigheid? „Het is niet zijn bedoeling om dit belachelijk te maken”, aldus Van Wolferen. „Maar hij is zelf niet gelovig.”

Borduren

Terug naar de kerk. In de Sebastiaanskapel staat een lange tafel met een wit laken. Sinds de start van de expositie zit hier een paar dagen per week, vanaf twee uur ’s middags, een groep mensen te borduren. Op het laken verschijnt, kruissteekje voor kruissteekje, de plattegrond van de Oude Kerk. Het borduren is een collectief project dat langzaam vordert. Zoals ooit de bouw van de kerk. Voor dit project is aan buurtbewoners en anderen gevraagd om te komen borduren. Zestig vrouwen en één man doen eraan mee, aldus Van Wolferen.

Majo van der Woude van Tree of Needlework uit Utrecht begeleidt de borduursters en doet zelf ook mee. Ze waardeert het gezamenlijk werken aan één project door mensen die elkaar eerst niet kenden, vertelt ze. Wat hier ontstaat, is niet alleen een borduurwerk. Het is een nieuw collectief in de stad.

Het borduursel bestaat uit grijze lijnen en vlakken. Of de deelnemers al dat grijs niet zat worden op den duur? Volgens Van der Woude niet. „Iedere deelnemer is ingeroosterd voor een bepaald aantal middagen. Van de meesten hoor ik dat ze nog wel vaker zouden willen komen.” Maar het moet ook weer niet te hard gaan natuurlijk: pas aan het einde van de tentoonstelling moet het werk klaar zijn.

Achter de tafel van de borduursters voert een oude, donkere houten wenteltrap naar de zolders van de kerk. Hoog, omhoog, de lucht in.

Een plek vol historie

De Oude Kerk in Amsterdam is het oudste nog bestaande gebouw van de stad en staat in het centrum, op de wallen. In het gotische kerkgebouw vallen behalve de houten gewelven ook de hoge spitsboogvensters en glas-in-loodramen op. Het hoofdorgel is op dit moment in restauratie; het fraai beschilderde koororgel werd ooit bespeeld door componist Jan Pieterszoon Sweelinck.

In de loop der tijd zijn veel Amsterdammers in deze kerk begraven, onder wie Saskia van Uylenburg, die getrouwd was met Rembrandt van Rijn, Sweelinck en zeeheld Jacob van Heemskerck. Sinds enkele jaren fungeert de kerk behalve als historisch monument ook als podium voor hedendaagse kunst. Zondags komt de Oudekerkgemeente in het gebouw samen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer