Opinie

Christenen moeten er niet vreemd van opkijken als hun gedrag weerstand oproept

Een op de drie Nederlanders heeft last van religiestress, zo blijkt uit onderzoek dat de EO onder ruim duizend Nederlanders heeft laten verrichten. Religiestress ontstaat als gelovigen hun geloof opdringen aan anderen. Maar evengoed als niet-gelovigen de vrijheid van gelovigen inperken.

Hoofdredactioneel commentaar
13 January 2017 11:07Gewijzigd op 16 November 2020 09:34
beeld ANP
beeld ANP

De EO liet het onderzoek uitvoeren in het kader van de tv-serie ”Rot op met je religie”, die maandag begint. Daarin trekken twee atheïsten, twee christenen en een jood twee weken lang met elkaar op.

Het is opmerkelijk dat het opdringen van geloofsopvattingen aan anderen in veel gevallen kennelijk helemaal niet actief gebeurt. Arie Rijneveld, eindredacteur bij de EO, zegt in een toelichting dat mensen vooral religiestress ervaren als ze, ongewild, worden geconfronteerd met religieuze uitingen van anderen. Bijvoorbeeld als ze zien dat een man weigert een hand te geven aan een vrouw, vanwege zijn geloof. Of als iemands kind in de klas zit bij leerlingen die niet zijn gevaccineerd vanwege de religieuze overtuiging van hun ouders.

Blijkbaar worden mensen door dergelijk gedrag geprikkeld. Ze storen zich eraan, want ze voelen zich terechtgewezen, of ze vrezen dat hun vrijheid wordt ingeperkt. De ander hanteert immers een norm waaraan zij niet voldoen.

De voortgaande secularisatie speelt hierbij een belangrijke rol. Moderne mensen laten zich niet meer zo gemakkelijk de wet voorschrijven, zeker niet als daarbij een beroep wordt gedaan op goddelijke instellingen. Religie moet daarom vooral een privékwestie zijn, en niet in het openbaar uitgedragen worden, vindt bijna de helft van de ondervraagden in het EO-onderzoek.

Het is goed dat christenen zich ervan bewust zijn dat hun gedrag (nog afgezien van hun opvattingen) weerstand kan oproepen in de samenleving. Natuurlijk is het zo dat een christen –als het goed is– als zodanig herkenbaar is, ook al zou hij zwijgend door het leven gaan. En het volgen van Christus roept per definitie weerstand op, daarover laat de Bijbel geen misverstand bestaan. Jezus Zelf spreekt in de Bergrede hen zalig die de mensen smaden, en vervolgen, en liegende alle kwaad tegen hen spreken, om Zijnentwil (Matth. 5:11).

Maar direct daarop noemt Jezus de discipelen „het zout der aarde” en „het licht der wereld.” Met andere woorden: ze moeten zich niet opsluiten in eigen kring en misprijzend op de boze buitenwereld neerkijken. Om Christus’ wil gesmaad worden is geen doel in zichzelf. Jezus zegt: „Laat uw licht alzo schijnen voor de mensen, dat zij uw goede werken mogen zien, en uw Vader, Die in de hemelen is, verheerlijken.” Ons gedrag moet mensen uitnodigen om hun heil bij Hem te zoeken. „Verkondig het evangelie, desnoods met woorden”, luidt een gevleugelde uitspraak van Franciscus van Assisi.

Maar áls het dan zo is dat onze houding de weerstand en de minachting van de seculiere medemens oproept, laat het dan zijn om zaken die er wezenlijk toe doen. Want lijden als gevolg van menselijke inzettingen levert geen winst op. Niet voor de christen en evenmin voor de wereldling.

Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer