Huizenprijs nadert piek 2008
De woningprijzen blijven stijgen. In het vierde kwartaal van 2016 lag de gemiddelde verkoopprijs 3 procent hoger dan in het derde kwartaal op 248.000 euro. „Dat is nog slechts 2 procent lager dan op het hoogtepunt voor de crisis”, zei voorzitter Ger Jaarsma van makelaarsorganisatie NVM donderdag bij de presentatie van de cijfers in Amsterdam.
In de zomer van 2008 bracht een woning gemiddeld 252.000 euro op. Sinds het dieptepunt van de woningmarkt in 2013 zijn de huizenprijzen alweer met gemiddeld 20 procent gestegen.
In het vierde kwartaal wisselden bijna 46.000 bestaande woningen van eigenaar, 15 procent meer dan in het laatste kwartaal van 2015. In heel 2016 registreerde de NVM een kleine 165.000 transacties. Een record, aldus Jaarsma, en ruim het dubbele van de aantallen in de jaren 2001-2013. Het aantal transacties in de totale woningmarkt raamt hij op 214.000.
Volgens Jaarsma is het einde van de hausse nog niet in zicht, hoewel de grote groei er wel uit is. Voor dit jaar verwacht hij ruim 5 procent meer transacties.
Krapte
De krapte op de woningmarkt neemt intussen snel toe. „Er worden te weinig woningen te koop aangeboden om aan de vraag te voldoen. Daardoor stijgen de woningprijzen relatief hard. En dat maakt het voor starters nog moeilijker om een passende woning te kopen, zeker met de huidige strikte financieringsregels”, aldus de NVM-voorzitter.
Bij de 3700 NVM-makelaars die op de woningmarkt actief zijn, hadden halverwege het vierde kwartaal 92.500 woningen in aanbod. Dat is 28 procent minder dan een jaar eerder en 8 procent minder dan in het derde kwartaal.
Er zijn echter grote regionale verschillen. In de grote steden is de woningmarkt volgens Jaarsma oververhit. Daar daalt het aantal transacties doordat er te weinig nieuw aanbod is, terwijl in de oostelijke provincies sprake is van een „inhaalslag.” In Gelderland bijvoorbeeld werden in het vierde kwartaal 31 procent meer huizen verkocht dan een jaar eerder, in Overijssel 28 procent.
Ook de prijzen variëren sterk. Voor 248.000 euro kan iemand in Amsterdam Oud-West een vooroorlogs appartement van 40 vierkante meter kopen, terwijl hij op het Friese platteland voor datzelfde bedrag de eigenaar kan worden van een vrijstaande woning van 150 vierkante meter.
De huizen worden steeds sneller verkocht. Gemiddeld staat een woning nu 78 dagen te koop, terwijl dat een jaar geleden nog 101 dagen was. „De verkooptijd is terug op het niveau van voor de crisis. Wat nieuw op de markt komt, wordt sneller verkocht dan voor de crisis”, constateerde Jaarsma.
Daarbij merken kopers dat ze steeds minder onderhandelingsruimte hebben. Het afgelopen kwartaal zat er gemiddeld nog maar 2,2 procent verschil tussen de laatste vraagprijs en de uiteindelijke verkoopprijs. Een op de zes woningen brengt zelfs meer op dan de vraagprijs.
Nieuwbouw
Het tekort aan nieuwe woningen leidt volgens de NVM in heel Nederland tot forse prijsstijgingen. Gemiddeld werd het afgelopen kwartaal voor een nieuwe woning 284.000 euro betaald. Dat is 9,5 procent meer dan eind 2015. NVM-makelaars verkochten in het vierde kwartaal 8300 nieuwbouwwoningen. Dat zijn er 21 procent meer dan in het derde kwartaal.
Jaarsma ziet in verkiezingsprogramma’s weinig aandacht voor de koopwoningmarkt. „Niet vreemd, omdat de koopsector weer goed draait. Dan kun je de markt zijn werk laten doen.”