Emily Freeman: laat je ware gezicht eens zien
De Amerikaanse schrijfster Emily Freeman ontmaskert het heftige verlangen van mensen om goed genoeg te zijn in de ogen van anderen. Ze pleit voor het afzetten van alle maskers waarachter we ons verbergen.
Onlangs recenseerde ik voor deze krant het boek ”Krachtig en kwetsbaar” van Wim van Egdom. In de navolging van de Heere Jezus mag een gelovige kwetsbaar zijn. Mijn commentaar was positief, maar ik vond ook dat de auteur wel wat van zichzelf had mogen laten zien.
Het boek dat nu voor me ligt gaat over hetzelfde thema: ”Maskers af!” van Emily Freeman. Wie gelooft, mag kwetsbaar zijn. Die hoeft geen maskers voor te hebben. In kwetsbaarheid mag je schuilen bij God. Maar deze auteur doet precies het omgekeerde van die andere: ze schrijft maar over zichzelf, over haar ervaringen met mensen, over haar relatie met God. Ze is zo zelfverzekerd over haar boek dat ze het afsluit met een uitgebreide handleiding om het in acht keer te bespreken binnen een groep.
Het is een echt Amerikaans verhaal, erg evangelisch en ook nog hier en daar een tikje overdreven. „Toen ik voor het eerst inzag hoe verdorven mijn maskers waren, was ik op een verpletterende manier uit mijn doen en ontredderd.” Op een nuchtere lezer komt het wat dramatisch over.
Toevallig ligt ook op mijn bureau het populaire boek –een Amerikaans verhaal en ook wat overdreven getoonzet– van Brené Brown: ”De moed van imperfectie. Laat gaan wie je denkt te moeten zijn”. Dat is een seculier boek over het thema kwetsbaarheid. Brené Brown ontmaskert het heftige verlangen van mensen om toch vooral goed genoeg te zijn in de ogen van anderen. En om een lang verhaal kort te maken: het boek van Emily Freeman zou je de christelijke variant van Brené Browns boek kunnen noemen. Het is leuk ze na elkaar te lezen, want bij Brown mis je de Bijbelse insteek.
Is ”Maskers af!” een goed boek? Jazeker, Emily Freeman heeft een mooie boodschap op papier gezet waar veel vrouwen (haar eerste doelgroep) en ook mannen van kunnen leren. Haar thema’s zijn raak. Ze schrijft over het najagen van verwachtingen, over je verstoppen achter je prestaties of je goede reputatie. Ze noemt dat allemaal maskers.
Maar je kunt je ware ik ook verbergen achter een masker van dienstbaarheid of van christelijke regels. Je kunt vooral sterk en verantwoordelijk willen overkomen of quasi onverschillig doen. En intussen kwijn je zelf weg. Ten diepste durf je niet te aanvaarden wie je zelf bent, en daarom speel je liever toneel. Dat maakt een mens eenzaam, al heeft hij nog zo veel vrienden om zich heen. Met die vrienden of met gezinsleden is er ten diepste geen echt contact, want je bent jezelf niet. Je verbergt je kwetsbaarheid, uit angst om afgewezen te worden.
Hoe komt de Bijbel aan de orde? Ik zei al: het is een evangelisch boek. Dat is het op een mooie manier. Emily Freeman vlecht door al haar hoofdstukken Bijbelse lijnen. Waar andere auteurs (ikzelf incluis) de gewoonte hebben om een hoofdstuk psychologie af te wisselen met een hoofdstuk ”uit de Bijbel”, loopt dat bij Emily Freeman helemaal door elkaar. Dat brengt ze ook nog overtuigend. Niet alleen als het over bepaalde onderwerpen gaat, maar ook als ze over zichzelf en haar eigen avonturen praat.
Telkens is er die verbinding met God, met de Heere Jezus. Ze bidt ook veel. Soms dacht ik: dit lijkt wel een psychologisch prekenboek. En op een ander moment: dit is nou echt een bevindelijke auteur. Bevindelijk evangelisch en bevindelijk reformatorisch zijn verschillend én ze raken elkaar.
Emily Freeman wil niets liever dan elke dag van Gods bevrijdende genade leven, zodat ze geen maskers meer nodig heeft. Dat gunt ze iedere lezer(es). De psychologie is niet de bevrijdende kracht in dit boek. Dat is Jezus. Hij is de Heelmeester. Wie Hem kent, hoeft geen maskers meer te dragen.
Boekgegevens
”Maskers af! Bevrijding van een krampachtige manier van leven”; Emily P. Freeman; uitg. Van Wijnen, Franeker, 2016; ISBN 978 90 519 4525 6; 288 blz.; € 16,95.