OM in cassatie in Valkenburgse zedenzaak
Het Openbaar Ministerie wil dat de Hoge Raad zich buigt over de straftoemeting aan zes verdachten in de zogenoemde Valkenburgse zedenzaak.
De verdachten kregen van het gerechtshof in Den Bosch een onvoorwaardelijke celstraf van één dag opgelegd wegens misbruik van de minderjarige prostituee Kimberley, vaak in combinatie met een voorwaardelijke celstraf of een taakstraf. Het hof meent dat de klanten niet bewust op zoek zouden zijn geweest naar een minderjarige prostituee
Volgens het Openbaar Ministerie is de door het hof in het vonnis gebruikte redenering in strijd met de strekking en bedoeling van de wet, die kwetsbare minderjarigen moet beschermen tegen inbreuken op hun seksuele integriteit. Daarvoor passen geen taakstraffen, maar zijn „substantiële celstraffen passend en geboden”.
Het OM legt een selectie van de zaken daarom voor aan de Hoge Raad, zodat duidelijkheid wordt geschapen over de vraag hoe de wet moet worden uitgelegd. Het is volgens het OM niet nodig om voor zo’n beoordeling in alle zaken cassatie in te stellen. Er is onder meer gekeken naar de vraag of er door de rechtbank een langere celstraf is opgelegd dan door het hof. Verder is geselecteerd op basis van de ernst van het seksueel misbruik en de eventuele kans op herhaling.
Het gerechtshof in Den Bosch veroordeelde op 28 december 23 klanten wegens seks tegen betaling met de minderjarige. Vier van hen werden vrijgesproken.