Vermaak in God
Psalm 41:5b
„Genees mijn ziel.”
Als de Heere een zondaar geneest, maakt Hij hem ook bekend met die dierbare Persoon van Wie de Kerk zegt: „Door Zijn striemen is ons genezing geworden”; om zo door het geloof in en bij Hem te schuilen. Want, ach, hij kan zijn eigen schuld niet voldoen en ook niet verminderen, maar hij ziet dat hij een Borg moet hebben voor zijn zonden.
Als de Heere werkzaam is met een zondaar te genezen, dan ontsteekt Hij ook in het hart een nieuwe lust en keus om de Heere lief te hebben en in al Zijn wegen te wandelen. De zondaar gaat wandelen op de weg des geloofs en der godzaligheid. Hij vermaakt zich in de overdenkingen en betrachting van des Heeren wet, waarvan hij bij tijden en ogenblikken met David zeggen kan: „Hoe lief heb ik Uw wet! Zij is mijn betrachting den gansen dag.”
Als God een zondaar geneest, dan wordt zijn inwendige hartsverandering en verborgen keus door Gods genade ook naar buiten openbaar. Het wordt zichtbaar voor de mensen dat er een wonder Gods aan zulk een zondaar gebeurd is. De oprechte, tot God bekeerde mens aanbidt de Heere, zoekt Hem en overdenkt Zijn Woord en wet zelfs onder zijn drukste bezigheden. Hij kent de Heere in al zijn wegen en neemt zo zijn beroep waar met het oog op God en in de vreze van Zijn Naam.
Wulfert Floor, landbouwer te Driebergen
(”Al de eenvoudige oefeningen”, 1914)