Gerhard Hormann over rendementsdenken
Bij lezingen vraag ik vaak aan mijn gehoor wat het grootste nadeel is van het versneld aflossen van je hypotheek. Dat is bedoeld als strikvraag, want alle antwoorden vanuit de zaal zijn bij voorbaat fout.
Meest gehoorde opmerking is „dat je geld in stenen zit” wanneer je je spaargeld gebruikt om je schulden af te lossen. Dat is een opmerking die op zich al een hele column verdient, al was het maar om te benadrukken dat het dan in elk geval je eigen stenen zijn in plaats van die van de bank. Het goede antwoord heb ik echter nooit gehoord, dus daarom geef ik het op deze plaats maar weg.
Het grootste nadeel, en misschien zelfs wel het grootste gevaar, van het versneld aflossen van je hypotheek is dat je alleen nog maar met rekensommetjes bezig bent en jezelf op den duur gaat beschouwen als het enige goede doel op aarde. Wie maandelijks een bedrag naar de bank overmaakt om de hypotheekschuld te verlagen, zal daar een goed gevoel aan overhouden en is beslist op de goede weg. Tegelijk maak je je schuldig aan hetzelfde rendementsdenken waar de hele maatschappij aan te gronde dreigt te gaan.
Niet iedereen zal het zo vergaan, want spaarzaam leven kan heel goed samengaan met schenkingen en liefdadigheid. Veel fanatieke aflossers zijn echter gefixeerd op het wegwerken van de hypotheekschuld en lossen af met oogkleppen op, waardoor ze blind zijn voor het lot van anderen en alleen nog kunnen denken aan het verlagen van de eigen maandlasten.
Het is dus belangrijk om die valkuil te benoemen voordat je erin valt. Op dezelfde manier moeten we ons afvragen in welke maatschappij we leven wanneer de rekenmeesters het definitief voor het zeggen hebben.
Een halfjaar nadat mijn schoonmoeder op 97-jarige leeftijd was overleden, vond er een herdenkingsdienst plaats in het verpleeghuis waar ze haar laatste jaren heeft doorgebracht. Het inpandige restaurant bleek inmiddels wegbezuinigd en ook de baan van de geestelijk verzorger stond op de tocht omdat haar bijdrage op geen enkele wijze terug te vinden is in het bedrijfsresultaat. Dat is niet mijn cynische constatering, maar zo wordt dat door het bestuur zelf geformuleerd.
Zelf denk ik dat haar aanwezigheid niet alleen van onschatbare waarde is, maar ook onmisbaar. Mijn schoonmoeder keek elke week reikhalzend uit naar de zondagsdienst en heeft in haar laatste levensfase veel kracht ontleend aan haar geloof. De geestelijk verzorger in dat tehuis biedt de bewoners een luisterend oor, geeft aandacht aan mensen die eenzaam zijn of behoefte hebben aan een woord van troost. Soms hoeft ze niet meer te doen dan even haar hand op je arm te leggen om je het gevoel te geven dat je gezien wordt en dat er altijd iemand is die om je geeft.
Zelf heb ik ooit in een tandartsstoel gelegen voor een wortelkanaalbehandeling die veel tijd in beslag nam. Terwijl ik achterover in die stoel lag, legde de assistente heel even haar hand op mijn schouder en vroeg of het nog ging. Ik heb geen idee meer hoeveel die behandeling heeft gekost en weet niet of ze gedekt werd door de ziektekostenverzekering, maar dat eenvoudige gebaar is me voor altijd bijgebleven.
Het is dus zaak om verstandig en behoedzaam met onze financiën om te gaan, maar tegelijk moeten we ervoor waken dat we de wereld waarin we leven niet te veel verzakelijken en alles reduceren tot een kil rekensommetje.
De auteur is schrijver en publicist. Reageren? hormann@refdag.nl