Column: Ik weiger een doemdenker te zijn
Iedere jaarwisseling levert de nodige liters spraakwater aan zowel doem- als wensdenkers. De eerste categorie won het dit jaar glansrijk van de laatste, is de voorzichtige conclusie van deze stukjesschrijver.
In deze krant besprak Bart van den Dikkenberg op evenwichtige wijze ”Het einde van de wereld”. Meer nog dan de tekst raakte me de illustratie bij het artikel: een desolaat landschap vol witte rookpluimen. Beeld van een ”beschaving” die zichzelf uitroeit met behulp van allesverwoestende wapens. De haat in het menselijke hart gaat diep. Aangedreven door doodsangsten. Vrees voor de ander leidt tot een waanzinnige wapenwedloop. Die angst slurpt miljarden aan belastinggeld op, uitgaven die wel beter besteed kunnen worden. Het mensdom zit in een duivelse cirkel gevangen.
Vroeger speelden kinderen ”soldaatje”. Oorlogvoeren, de vijand uitschakelen, zit er al vroeg in. Vandaag de dag doden ze vermeende tegenstanders in games. Hoe meer, hoe mooier. Onschuldig kinderspel…?
Vernielen kleine kinderen elkaars speelgoed, grote mensen leggen elkaars steden in puin, doden mannen en verkrachten vrouwen en kinderen. Vanwaar die drang tot verwoesten en vernietigen? De Kerk spreekt de Bijbel na als ze belijdt dat wij God en de naaste haten. De eerste doodslag vindt plaats even buiten de deur van het paradijs. Een stroom van geweld en bloed volgt. Onbegrijpelijk hoe een weldenkend mens erin volhardt in een optimistisch mensbeeld te geloven. Zelfs de meest fanate aanhanger van de evolutietheorie moet zich in minstens duizend bochten wringen om zijn gelijk te halen, zonder te overtuigen.
Alleen al de laatste jaarwisseling levert pessimisten en nihilisten een fikse dosis gelijk op. Een kogelregen in een feesttent in Istanbul beroofde 39 mensen van het leven. Ook dichterbij was de lucht zwanger van vernielzucht. Een gerenommeerd landelijk dagblad gaf nota bene een gedetailleerde handleiding ”auto in brand steken”. Hulpverleners werden in de nieuwjaarsnacht her en der onthaald op lawines van vuurwerk en stenen. Het kerkgebouw waarin ik oudjaarsavond dienst mocht doen werd van alle kanten bestookt met vuurwerkbommen. Alsof de duivel ermee speelde. Dat laatste geloof ik eigenlijk ook.
En toch is al dat duivelse geweld niet bestand tegen het dynamiet van het Evangelie. En ook omdat Gods hand nog altijd niet verkleind is, weiger ik doemdenker te zijn. Zouden we niet bidden dat allen die opgesloten zitten in de duivelse spiraal van haat bevrijd worden? Dat de duivel zich daar met hand en tand tegen verzet is buiten kijf. Tegen de revolutie het wapen van het Evangelie!