Japan in ban van depressiespook
Valt de Japanse economie binnen enkele maanden als een kaartenhuis in elkaar? Het Amerikaanse zakenblad Forbes en het Engelse dagblad The Guardian menen van wel. Beide waarschuwden deze maand voor een economische wereldcrisis als Japan de economische zaken niet snel in orde krijgt. Het zou, schrijven ze, een herhaling kunnen worden van de jaren dertig.
The Guardian noemt de Japanse situatie zelfs „ernstiger dan in Argentinië.” Japan staart politieke en economische ineenstorting in de ogen, en we hebben het hier over problemen van het grootste formaat. Argentinië was slechts de op twee na grootste economie in Zuid-Amerika. Japan is de op één na grootste economie ter wereld.
Het Amerikaanse agentschap Moody’s ziet ook donkere wolken hangen boven de Japanse economie. Het waarschuwde deze maand dat het mogelijk de kwalificering van Japan twee punten gaat verlagen. Deze staat sinds december op Aa3. Een verlaging naar A2 stelt Japan gelijk aan landen als Zuid-Afrika en Polen.
Zelfs minister van Economische Zaken Takenaka van Japan blijkt het ineens heel benauwd te hebben gekregen. Hij maakte afgelopen week een dramatische ommezwaai. De oninbare bankleningen en het bevechten van deflatie kregen plotseling de allerhoogste prioriteit. Deze problemen moesten zo snel mogelijk worden opgelost, maakte de minister bekend.
De afgelopen weken is de Japanse yen dramatisch gedaald tegenover buitenlandse valuta, en Japanse aandelen volgden onmiddellijk. Japanse investeerders reageerden door massaal goud te gaan kopen. Ze kochten zelfs zo veel goud dat het de wereldprijs van goud omhoog dreef. Dat is op het eerste gezicht ironisch. Goud is traditioneel een investering in tijden van oorlog of heftige inflatie. Vredelievend Japan daarentegen kampt met deflatie. De Japanse koopwoede voor goud weerspiegelde daarom het verlies van het vertrouwen in Japanse aandelen en obligaties. Goud oogt voor Japanse investeerders vele malen veiliger dan Japanse activa.
Dit economische noodsein ontging de Japanse minister van Economische Zaken niet. Hij ging daarom overstag. Afgelopen zondag leek hij deze positie te versterken. Takenaka liet doorschemeren dat er binnenkort een beslissing zou kunnen worden genomen over het gebruik van publieke fondsen om het Japanse financiële systeem ’op te pompen’. Het resultaat van speciale inspecties van Japanse banken wordt tegen 31 maart bekendgemaakt. Er bestaat volgens Takenaka een kans dat, met die informatie in de hand, de Japanse overheid dan besluit verscheidene banken te nationaliseren.
De oninbare leningen in de boeken van Japanse banken zijn volgens veel analisten het grootste probleem waarmee Japan worstelt. Japanse banken zijn niet in staat de leningen sneller af te schrijven dan ze groeien. Niemand van de overheid en in de financiële sector heeft de moed om in het oog springende bedrijven of banken over de kop te laten gaan, zodat bedrijven met een kans op een toekomst gedwongen worden eindelijk serieus te gaan herstructureren.
Het land zit in een vicieuze cirkel van toenemende leningen aan bedrijven die ze niet kunnen afbetalen en daarom weer geld lenen. Levensvatbare kleine en middelgrote bedrijven in de marges krijgen daardoor geen kapitaal en gaan over de kop. Dit verergert vervolgens het probleem van oninbare leningen. Afgelopen week maakte Japans Financial Services Agency (FSA) bekend dat 136 Japanse banken 36,8 biloen yen (316 miljard euro) aan oninbare leningen in hun boeken hadden staan. Volgens sommige schattingen zal het totaal van oninbare leningen uiteindelijk tussen de 690 miljard en 1,1 biljoen euro komen te liggen.
Het Japanse publiek is echter uitermate negatief over het gebruik van belastinggelden om de arrogante Japanse banken te redden. Het is nog altijd razend over de 7,5 triljoen yen (64 miljard euro) die de overheid in 1999 in de banken pompte zonder dat dat de problemen bleek te kunnen oplossen.
Binnen de Japanse politiek is het een algemeen aanvaarde stelling dat het politieke zelfmoord is publieke gelden in de banken te pompen. De ’oude garde’ binnen de regerende Liberaal Democratische Partij (LDP) is dan ook heftig tegen deze initiatieven. Premier Koizumi en zijn minister van Economische Zaken lijken geen politieke voet te hebben om op te staan. Zeker niet nu de premier de afgelopen weken meer dan 30 procent van zijn populariteit onder het volk is kwijtgeraakt door het ontslaan van zijn superpopulaire minister van Buitenlandse Zaken.
De premier lijkt echter achter de schermen vuurtjes te stoken om het publiek en de politiek ervan te overtuigen dat het land zich in een crisis bevindt. Volgens Japanse kranten heeft premier Koizumi geëist dat de FSA deze keer de speciale inspecties van Japanse banken strenger aanpakt. Er blijkt nogal wat door de vingers gezien te zijn bij voorgaande inspecties. Tegen eind maart zou er dan in principe een realistischer beeld zijn van hoe slecht Japanse banken erbij staan. In dat geval heeft Koizumi mogelijk een kans om een crisis uit te roepen.
Een financieel ’crisis management committee’ zou dan alle mogelijke procedures in ogenschouw kunnen nemen en met een reddingsplan op de proppen moeten komen. Hierna wordt het een politiek gevecht tussen de politiek zwakke Koizumi en de halsstarrige LDP, waarbij de stemming van het volk een belangrijke rol gaat spelen.
Als er uiteindelijk publieke middelen in de banken worden gepompt, brengt dat ongetwijfeld een dramatische positieve reactie teweeg op de Japanse aandelenmarkt. De problemen van Japan zijn hiermee echter niet opgelost. Wel voorkomt dit het ineenstorten van de Japanse economie en de werelddepressie die alarmisten als Forbes voorspellen. Voorlopig meer onzekerheid, maar met een positief kleurtje.