Post uit Havana: in het buitenland kan vaak net een beetje meer
Vorig jaar was ik in Cuba. Dat was al een ervaring op zich. Het eiland stond immers decennialang als een van de meest gesloten landen ter wereld te boek. De vijandschap tussen Havana en Washington was bijna spreekwoordelijk.
Inmiddels zijn de diplomatieke betrekkingen tussen Cuba en de Verenigde Staten hersteld. Fier wapperen de Amerikaanse stars-and-stripes van de ambassade in Havana. In de haven is een cruiseschip afgemeerd dat net duizenden Amerikaanse toeristen heeft afgezet. Zij willen weleens bekijken hoe het land dat zij jarenlang hebben geboycot eruitziet.
Op zondag woonde ik een dienst bij van de Primera Iglesia Evangelica in hartje Havana. Ik werd in het kerkgebouw verwelkomd door de ouderling. Zijn ‘ambtskleding’ bestond uit een spijkerbroek en een grijs T-shirt waarop in grote letters ”Harley-Davidson” prijkte.
De ambtsdrager ving mijn onwillekeurige blik op zijn outfit. „I’m a biker”, zei hij, bijna verontschuldigend en in onberispelijk Engels. Hij bleek een fervent motorrijder en vertelde met gepaste trots dat hij zijn coureurskunsten zelfs al eens in de Verenigde Staten had vertoond.
Tja, daar sta je dan als nuchtere Nederlander. Afkomstig uit een land waar hevige discussies worden gevoerd over de kleur van de stropdas die een predikant draagt. Een spikkeltje op een verder zwarte das kan al menige wenkbrauw doen fronsen. Dat soort debatten wordt in landen zoals Cuba tot iets kleinere proporties gereduceerd.
Middelmatige zaken
Dat geldt overigens niet alleen voor discussies over ambtskleding. Over veel kwesties die we hier officieel tot de middelmatige zaken rekenen, wordt in het buitenland vaak heel anders gedacht. Natuurlijk heeft dat vaak met verschillen in cultuur en traditie te maken.
Neem het autogebruik op zondag. Lange tijd was dat in veel behoudende gemeenten taboe. Lopen was de norm. De fiets kon net. Kom daar in de Verenigde Staten of Canada maar eens mee aan. Daar ben je pas echt verdacht als je niet met de auto naar de kerk komt. Toegegeven, de afstanden zijn daar doorgaans ook iets groter dan in Nederland. Maar vervoer per auto biedt tevens de garantie dat je uit de kerk weer zo snel mogelijk thuis bent en onderweg niet aan allerlei verleidingen zoals winkeletalages en ander vermaak wordt blootgesteld.
Vergelijken met het buitenland brengt natuurlijk het risico van overrelativering met zich mee. Dat is gevaarlijk. Want het suggereert al snel dat de eigen traditie niet zo veel waard is.
Tegelijkertijd kan het je weleens met beide benen op de grond zetten. Want de preek in dat kerkje in Havana was uitstekend. Daar was geen speld tussen te krijgen. En het gebruik van een beamer en dat T-shirt van Harley-Davidson deden daar geen enkele afbreuk aan.