Cultuur & boeken

Rikko Voorberg zoekt bedding voor woede over onrecht

Je zou het een boek als ”De dominee leert vloeken” eigenlijk niet moeten aandoen: erover nadenken om vervolgens een afgewogen oordeel te formuleren.

dr. S. D. Post
27 December 2016 11:03Gewijzigd op 16 November 2020 09:26
De boodschap van Rikko Voorberg: Sta stil bij ieder moment waarin onrechtvaardigheid zich in menselijke gedaante aan je opdringt en laat de woede maar komen: het is de bron voor actie.  beeld AFP, Youssef Karwashan
De boodschap van Rikko Voorberg: Sta stil bij ieder moment waarin onrechtvaardigheid zich in menselijke gedaante aan je opdringt en laat de woede maar komen: het is de bron voor actie.  beeld AFP, Youssef Karwashan

Het boek is krachtig en meeslepend geschreven, niet zonder eruditie, en vraagt erom je mee te laten nemen in de wereld van woede en onmacht, om te delen in de daadkracht die ervan afspat. Want dit is boodschap van de Amsterdamse theoloog en gemeentestichter Rikko Voorberg. Sta stil bij ieder moment waarin onrechtvaardigheid zich in menselijke gedaante aan je opdringt en laat de woede maar komen: het is de bron voor actie.

In het boek worden drie pleidooien gevoerd: voor woede, voor vloeken en voor agressie.

In het eerste deel verkent Voorberg een volwassen en constructieve manier van woede. Geen blinde, destructieve woede, maar woede als een nieuw begin. Niet een woede die in een emotionele eruptie de leiding neemt en geweld genereert, maar een woede die zich mengt met de rede en je in beweging zet. Een woede die moedig maakt.

Tegen onrecht

Voorberg is op zoek gegaan naar een bedding voor deze woede en hij vond die in de grofste vloek in het Nederlands. In zijn ”Pleidooi voor vloeken” propageert Voorberg het uitspreken van deze vloek, als middel tegen desinteresse, tegen gewenning aan onrecht. Hij noteert terecht dat deze vloek niet betekent God verdoem mij, maar als aanvoegende wijs gelezen moet worden. In die zin kun je de vloek lezen als gebed, een verzoek aan God bij schrijnend onrecht: God, verdoem het!

In het derde deel definieert Voorberg agressie als ”ergens op afstappen”. Woede moet een bedding vinden, maar ook een daad. Agressie in de vorm van een vuistslag is beter dan niets, maar het blijft destructief. Goede agressie begint met ontmoeting. De pleidooien van Rikko Voorberg zijn gelardeerd met dit soort ontmoetingen. Zo ontmoette hij ontuchtpleger Benno L., vluchtelingen in Lesbos en uitgeprocedeerde asielzoekers in Amsterdam. En zo ontstonden er acties: betrokkenheid bij de Vluchtkerk, 70 kilometer lopen in de brandende zon op Lesbos, een Benno L.-Facebookpagina aanmaken en hem uitnodigen in zijn huis en kerk.

Zondaren

Hoewel er een aantal aantekeningen te maken zijn bij dit boek, zet het je aan het denken. Hoeveel ruimte is er binnen de gereformeerde gezindte, bij mij, voor rehabilitatie van zondaren zoals Benno L.? Ben ik innerlijk bereid om op momenten die ertoe doen mijn comfortabele leventje op te geven om in actie te komen tegen menselijk onrecht? Dooft de rationele afweging en de vraag naar het nut in mijn leven de stem van het hart?

Tegelijk vind ik de voorbeelden van actie demonstratief en opzichtig. Opkomen voor onrecht is voor de christen niet een soort lifestyle, maar een organisch gevolg van een levende relatie met Christus. Het lijkt een lange weg van het trotse activisme in dit boekje naar de verwonderde vraag van Gods kinderen in Mattheüs 25: „Wanneer hebben wij u hongerig gezien en te eten gegeven?” et cetera.

De kern van het boekje lijkt een pleidooi te zijn voor vloeken. Dit kan ik totaal niet meemaken. Ik verbaasde me zeer toen ik op de cover van dit boek een adhesieverklaring van de Bond tegen vloeken vond. Het feit dat je de grofste vloek kunt interpreteren als een vraag aan God, maakt het nog niet tot gebed. Woede en machteloosheid over onrecht maken een met „spuugbelletjes geschreeuwde vloek” niet tot een „eerbiedwaardige uitspraak.” Er zijn genoeg voorbeelden in de Bijbel van profeten die hun woede voor God uitschreeuwden (bijvoorbeeld Ps. 42:9; Jes. 63:17), maar ze deden dit wel voor Gód. In een diep besef van Zijn heiligheid. En juist dat laatste maakt het verschil tussen een vloek en een gebed.

Heiligheid

De notie Gods heiligheid is volkomen zoek in het boek van Voorberg. Hij heeft zich een God geschapen naar zijn beeld en gelijkenis. Een god die „opvliegend” is, „des duivels”, en van wie het oordeel als vanzelfsprekend samenvalt met het emotionele oordeel van Rikko Voorberg.

De schrijver roept op bladzijde 114 ertoe op te gaan „toosten op het oordeel van God.” Het is een van de vele zinnetjes uit het boek die zich aandienen, als de schrijver in zijn ”woord vooraf” voorspelt dat hij zich voor dit boekje absoluut gaat schamen.


Boekgegevens

”De dominee leert vloeken. Over woede, onmacht en daadkracht”, Rikko Voorberg; uitg. De Arbeiderspers, Amsterdam, 2016; ISBN 978 90 295 0585 7; 203 blz.; € 18,99.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer