Weerwoord: Datering Lukas best mogelijk
Vanavond is het kerstavond. Helaas heeft het kerstverhaal voor velen de klank van vrome fantasie, net als Charles Dickens’ verhaal ”A Christmas Carol”. Dit laatste verhaal wordt trouwens nog beter begrepen dan het geboorteverhaal van Jezus. Maar is de kerstboodschap op de keper beschouwd zo ongeloofwaardig?
JA
Het kerstverhaal is een mythe die goed in het tijdbeeld van het Midden-Oosten van 2000 jaar geleden past. Jozef en Maria krijgen een kind dat miraculeus wordt verwekt, zonder dat er een man in het spel is. Toch blijven ze bij elkaar en moeten ze vanwege een raadselachtige inschrijving van Nazareth naar Bethlehem, de plaats waar het kindje Jezus in een nacht vol fantastische voorstellingen wordt geboren. Er verschijnen engelen die een groep herders naar een stal dirigeren waar ze zich over het kind verbazen. Later komt er ook nog een groep wijzen uit het oosten bij het kind aan. Zij worden door een opvallende ster precies naar Bethlehem geloodst.
Het klinkt allemaal nogal ongeloofwaardig en bovendien kloppen de feiten niet. Classici als Fik Meijer vinden Lukas een slecht historicus. Onder keizer Augustus zou nooit een volkstelling voor heel het rijk hebben plaatsgevonden. De volkstelling waar Lukas naar verwijst, is die van 6 AD (veel te laat dus), opgedragen door de gouverneur van Syrië, Quirinius, en toen was Herodes de Grote allang dood (4 v.Chr., Luk. 1:5).
Daarbij komt dat Jozef helemaal niet naar Bethlehem hoefde te gaan om zich te laten registeren en zeker zijn vrouw niet, daar waren wel andere procedures voor. Bovendien viel Nazareth onder Herodes Antipas, koning van Galilea, en lag Bethlehem in Judea, een Romeinse provincie. Inwoners van Galilea hadden in principe niets te maken met Romeinse besluitvorming in Judea. Lukas fantaseert dus met goede bedoelingen.
Meer verhalen van dit type zijn bekend. Ze komen voor in allerlei mythische volksvertellingen over goden en halfgoden en opvallende mensen; kijk maar hoe bijvoorbeeld Euripides zijn verhalen presenteert. Natuurlijk zijn die niet echt gebeurd. Wat het verhaal van Jezus’ geboorte illustreren wil, is dat Zijn leven van voor tot achter het werk van God is. Als Zijn geboorte al bijzonder is, dan ook de rest. Overigens, anno 2016 kunnen mensen niets meer met zo’n wonderlijke verhaallijn. Er zijn recente biografieën verschenen die boeiender en eerlijker zijn, zoals die van Johan Cruijff of koningin Juliana.
NEE
Maatgevend is niet of wij ons iets kunnen voorstellen of niet. In historisch opzicht is bepalend wie de gebeurtenissen vertelt en wanneer en hoe en waarom. Ik beperkt me nu tot de auteur Lukas, die Jezus’ geboortegeschiedenis in hoofdstuk 2 van zijn boek vertelt.
Het valt op dat Lukas zijn evangelie opent met de vermelding dat hij alle feiten over Jezus’ leven die hij gebruikt goed heeft geverifieerd (1:3). De man is arts (Kol. 4:14) en weet wat testen en toetsen is. Het is niet onwaarschijnlijk dat een van Lukas’ bronnen Maria zelf is geweest. Tot twee keer toe zegt hij dat Maria bepaalde zaken „in haar hart sloot” (2:19, 51). In de jaren dat Lukas met Paulus optrok, ook in Jeruzalem en Caesarea (Paulus zat toen twee jaren gevangen, Hand. 24:27), kan hij daar bronnen hebben verzameld en getoetst. Daarbij heeft Lukas de feiten zo eenvoudig en sober mogelijk gepresenteerd, niet verfraaid en ”over the top”, zoals mythen en legenden in die tijd vaak wel waren.
Jezus is waarschijnlijk in 6 v.Chr. geboren, dus wel onder Herodes de Grote, zoals Lukas aangeeft (1:4), en tijdens de regeerperiode van keizer Augustus. Het keizerlijk bevel tot registratie en belastingheffing is fasegewijs in heel het rijk uitgevoerd, waaronder in Syrië en ook Israël. Via Herodes de Grote was dit in Israël vrij gemakkelijk realiseerbaar. Tussen de provincies bestond toen nog geen politieke scheiding. De reis van Nazareth naar Bethlehem ligt voor de hand en Maria moest wel mee, omdat in het oostelijke rijk vrouwen boven de 12 jaar meestal belastingplichtig waren.
Zo’n inschrijving organiseren nam veel tijd in beslag. Daarom spreekt Lukas over een „eerste registratie” toen Quirinius gouverneur van Syrië was. Volgens de bronnen was Quirinius vanaf 12 v.Chr. consul met speciale bevoegdheden in het oosten. Aansluitend werd hij gouverneur van Syrië. Onder zijn gouverneurschap voltooide hij een proces dat ruim tien jaar duurde en daarna om de veertien jaar herhaald moest worden. De eerste inschrijving in het oosten besloeg dus meerdere jaren en was in pas in 6 AD afgerond.
DUS
Het valt niet te ontkennen dat Lukas geschiedenis wilde schrijven. En als hij dat wilde, klinken de feiten die hij noemt zo vreemd nog niet. Ze zijn waar. Gezegende kerstdagen!
Prof. dr. Henk Bakker is hoogleraar baptisme aan de Vrije Universiteit.