Christen belijdt burger te zijn van één Koninkrijk van God
Het had donderdagavond een feest voor zeker 3000 mensen moeten worden, op het Kerkplein in hartje Meppel. Woensdag werd het afgeblazen: het KerstEvent van acht christelijke basisscholen. De reden: vrees voor een aanslag zoals die maandag plaatsvond op de kerstmarkt in Berlijn.
Wat opvalt aan de argumenten van de Meppelse autoriteiten is dat er niet zozeer een aanslag werd gevreesd als wel paniekreacties van het publiek zodra er aanleiding voor zou kunnen zijn – een schreeuw, wat vuurwerk, een schichtige blik. Die kunnen als vlam in de pan werken en massale paniek veroorzaken.
Toegestroomd publiek is, vlak na een aanslag, een gevaar voor zichzelf geworden, omdat latente angst als een explosief gas de lucht vervult. Dan is het misschien stoer om niet te willen zwichten voor terreur, vanuit veiligheidsoverwegingen is het niet verstandig.
Je zult maar geróépen zijn om samen te komen met Kerst. Dat geldt voor de christelijke gemeente die wereldwijd voorbereidingen treft om Kerst te vieren. Wel maakt het uit waar je precies als christenen samenkomt. Is dat in het relatief veilige Nederland of in moslimlanden zoals Pakistan en Indonesië? Of in landen zoals India of Myanmar (Birma), waar intolerante hindoes of boeddhisten als hyena’s om kerkjes sluipen, juist in deze tijd van Kerst? Intolerante aanhangers van die laatste twee godsdiensten –hindoeïsme en boeddhisme– mogen weleens nadrukkelijk hier genoemd worden, omdat die in het Westen doorgaans gelden als knuffelreligies, met dank aan tuincentra die naast tuinkabouters ook boeddha- en vishnubeeldjes aan de man brengen.
In een land als India weten christenen wel beter. Sinds daar de orthodoxe hindoe Narendra Modi premier is, voelen hindoeradicalen de vrijheid om christenen te grazen te nemen; overigens moet ook die andere, veel grotere minderheid van Indiase moslims het regelmatig ontgelden.
Juist aan de vooravond van Kerst is het goed om aan de vaak penibele situatie van christenzusters en -broeders in zulke landen te denken. Zo is het voor veel christenen in bijvoorbeeld India of Pakistan volstrekt onmogelijk anoniem christen te zijn. In een dorpsgemeenschap maak je als christen voluit deel uit van het dagelijks reilen en zeilen en ben je met al je vezels verbonden met andersgelovige dorpsgenoten. Precies dát maakt christen-zijn er tot een spannende aangelegenheid. En juist rond Kerst moet dat in afgelegen dorpen een beklemmende sfeer opleveren. Alsof een menigte van alle kanten de kerk heeft ingesloten en er niet is te ontkomen aan de agressie van een opgehitste massa.
Misschien is isolement wel het grootste venijn voor christelijke minderheden elders in de wereld. En precies daaraan is iets te doen, ook door christenen in het Westen. Ook zij belijden immers burgers te zijn van één Koninkrijk van God, dat ondanks logistieke hobbels en grenzen van taal en cultuur wereldwijd is.
Maar belijden is nog geen beleven, en precies dát zou meer moeten gebeuren, want het zet aan tot betrokkenheid, ja, tot mee lijden in letterlijke zin. Het zou veel eenzame zusters en broeders ten goede komen.