Van Dam kiest voor regionale aanpak nitraatbelasting
Meer dan voorheen kiest staatssecretaris Van Dam (Economische Zaken) voor een regionale aanpak om de nitraatbelasting van het grondwater afkomstig uit de landbouw te verminderen.
In een brief aan de Kamer over het zesde actieprogramma Nitraatrichtlijn schreef de bewindsman dinsdag dat hij de maatregelen wil toespitsten op gebieden waar zich waterkwaliteitsproblemen voordoen „en op landbouwpraktijken die deze problemen veroorzaken.” Zo wil hij onder meer precisiebemesting stimuleren, evenals de teelt van groenbemesters.
De te nemen maatregelen moeten ervoor zorgen dat Nederland in de periode 2018-2021 voldoet aan de Europese Nitraatrichtlijn. Die richtlijn beoogt de belasting van het grond- en oppervlaktewater met mineralen (stikstof en fosfaat) uit meststoffen afkomstig uit de landbouw tot een aanvaardbaar niveau terug te dringen.
De vermindering van nitraatverliezen onder het lopende vijfde actieprogramma Nitraatrichtlijn „vlakt de afgelopen jaren af”, constateert Van Dam. Naar verwachting wordt met de huidige maatregelen ook in de toekomst het doel van maximaal 50 milligram nitraat in het bovenste grondwater in de zand- en lössgebieden mogelijk toch niet overal gehaald. „Een nieuwe impuls om de dalende lijn voort te zetten lijkt nodig”, aldus de staatssecretaris.
SGP’er Dijkgraaf vroeg zich gisteren in een reactie af hoe Van Dam het mestbeleid meer gebiedsgericht zal maken, „zodat alleen de echte problemen worden aangepakt.” Hij pleit voor een betere meetmethode. Die laat zien dat in ons land de normen van de Nitraatrichtlijn wél worden gehaald.