Trump en Obama spraken onafhankelijk van elkaar over de situatie in Syrië, nadat vrijdag de evacuatie van burgers uit Aleppo tot stilstand leek te zijn gekomen. „We gaan proberen om de situatie daar te herstellen en mensen daar te helpen”, aldus de Republikein Trump op een bijeenkomst met aanhangers in Florida. „We gaan veilige zones creëren en de Golfstaten gaan daar voor betalen.”

Eerder had president Obama aan verslaggevers gemeld dat het idee een voortdurende inspanning vergt, aangezien de zones beschermd moeten worden door grondtroepen. Het is onwaarschijnlijk dat de Syrische president Assad en zijn bondgenoten Rusland en Iran daar mee instemmen.

De volgende maand afzwaaiende president zei te hopen dat Syrië en Rusland zich gevoelig tonen voor de internationale druk en met Turkije samen gaan werken om de achtergebleven burgers in Aleppo een veilige aftocht te bieden.

Obama erkende verder dat hij „niet kan claimen dat we succesvol zijn geweest in Syrië”. Met dat besef gaat hij iedere nacht naar bed, zei hij tijdens zijn laatste reguliere persconferentie als president van de Verenigde Staten.

Ondanks het gebrek aan resultaat gelooft hij nog steeds dat zijn opstelling ten opzichte van de Syrische burgeroorlog, het geven van steun aan de „gematigde oppositie”, de juiste was.