Gunstige economische dagkoersen kunnen verleiden tot uitstelgedrag
Het gejuich dat opsteeg bij de publicatie, deze week, van de nieuwste raming van het Centraal Planbureau (CPB) was oorverdovend. Een werkloosheid die verder gaat dalen en een economie die nog steeds groeit.
De minister van Financiën presenteerde zelf de begrotingscijfers via een eigen video. De euforie deed mij denken aan de periode voor de financiële crisis. Toen ging het, afgemeten aan deze kentallen, economisch ook goed. En we weten hoe het daarna verder ging.
Het macro-economische beleid is wel erg gefocust op de korte termijn. Zijn we vergeten dat negen jaar economische crisis verschrikkelijk lang is? Inhaalgroei is dan het minste wat we mogen verwachten. En blijkbaar wordt ook vergeten dat je structureel beleid niet maakt op dagkoersen van enkele variabelen, maar op basis van een structurele diagnose van de economie.
Nog even terug naar negen jaar geleden, eind 2007. Ook toen was de begroting in evenwicht. We hadden een economische groei van bijna 4 procent en de werkloosheid lag onder de 4 procent. Een jaar later zag de wereld er totaal anders uit. De Grote Financiële Crisis zette alle voorspellingen totaal op hun kop.
Wat deden de beleidsmakers in de jaren ervoor? Die lieten uitstelgedrag zien. Ze sloten compromissen die leidden tot inertie. Geen verhoging van de AOW-leeftijd, geen beperking van de hypotheekrenteaftrek, geen maatregelen om de instituties van Nederland structureel te veranderen. Want waarom zou je de burgers pijn doen als de economische cijfers goed zijn? Daadkracht wordt snel ingeruild voor lethargie. Politici die er bij bedrijven op aandringen zich te richten op de lange termijn, zijn zelf ook vooral bezig met de korte termijn. Als de kwartaalcijfers maar goed zijn, dan zijn de kiezers tevreden, is de gedachte. Het lijkt net een beursgenoteerde onderneming.
In mijn ogen is de meest recente raming van het CPB een slechte voorbode van de daadkracht van een nieuw kabinet. De kans is groot dat tal van dossiers blijven liggen; van het tegengaan van klimaatverandering tot het aanpakken van instituties zoals pensioenen, zorg en arbeidsmarkt. Met vermoedelijk een kabinet bestaande uit minimaal vier partijen een gemakkelijke optie als de nood niet aan de man is.
Een structurele macro-economische diagnose vraagt meer dan deze dagkoersen. Lage structurele groei, ongekend monetair beleid en een hoogst noodzakelijke duurzaamheidstransitie, die zaken missen we in het beeld waar politici graag op varen.
Ten eerste het onderliggende groeipotentieel. Dit bestaat uit twee elementen. Door de vergrijzing neemt het arbeidsaanbod de komende tijd steeds minder snel toe en daarna af. Dit leidt tot minder groei. Daarnaast stijgt de arbeidsproductiviteit in veel westerse landen niet snel meer. Voor een forse versnelling van dit groeipotentieel zijn investeringen in scholing, innovatie en ondernemerschap cruciaal.
Ten tweede het monetaire beleid. Afgemeten aan het huidige monetaire beleid zijn we nog lang niet klaar met de crisis. De ongekend lage renteniveaus en de nog steeds verder opgeblazen balans van de Europese Centrale Bank zijn geen tekenen van normalisatie van de financiële markten te noemen. Terwijl een van de belangrijkste doelen van dat monetaire beleid, een inflatie van net iets onder de 2 procent, ook voor volgend jaar niet in de verwachting van het CPB zit.
Ten derde de duurzaamheidstransitie. De ambities van het huidige kabinet, zoals vastgelegd in de energieagenda en het rijksbrede programma circulaire economie, zijn torenhoog. En hoogst noodzakelijk. Alleen wordt vergeten dat dit evenzeer een macro-economische component heeft: het vraagt beleid, maar ook investeringen van de overheid; structureel, over lange tijd.
Het gaat me te ver om te wensen dat de economische voorspellingen wat slechter zouden zijn. Maar ik zit nog wel te broeden op een manier om meer urgentiebesef te krijgen in de hoofden van politici. Want deze tijd vraagt juist om een overheid die op zijn minst de weeffouten in onze instituties aanpakt en het voortouw neemt om de toekomst mooier te maken. Beleid maken zonder oogkleppen op, gericht op de lange termijn.
De auteur is hoofdeconoom Nederland van de Rabobank.