Begraafplaats onderhouden met crematoriumgeld?
Voor veel gemeenten wordt het steeds lastiger om hun begraafplaatsen kostendekkend te exploiteren. De oorzaak: meer Nederlanders kiezen voor cremeren in plaats van begraven.
Zeist krijgt een crematorium, besloot de gemeenteraad in november. Doel is „het verbreden van het dienstenpakket op de gemeentelijke begraafplaats met als oogpunt een kostendekkende exploitatie.” De raad van Neder-Betuwe (Opheusden, Kesteren, Dodewaard) koos er deze week voor om lijkbezorging en onderhoud op de gemeentelijke begraafplaatsen niet meer door eigen medewerkers te laten verrichten, maar uit te besteden.
Buurgemeente Buren polste bij kerkbesturen en dorpsraden of zij een rol willen hebben in beheer en onderhoud van de twaalf gemeentelijke en twee Joodse begraafplaatsen op haar grondgebied. De conclusie: „Er zijn te weinig actieve vrijwilligers die hierbij kunnen ondersteunen.” Buren onderzoekt nu of er regionaal wellicht een geïnteresseerde partij is die beheer en onderhoud wil overnemen.
„De vraag hoe begraafplaatsen exploitabel kunnen blijven, houdt gemeenten zeker bezig”, zegt beleidsmedewerker Jan Koster van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). „Aangezien ze meer op de financiën moeten letten, hebben ze meer aandacht voor budgetoverschrijdingen en mogelijke bezuinigingen. Daarbij wordt zeker ook naar de begraafplaatsen gekeken. Verder loopt over het algemeen het aantal begrafenissen terug, en daarmee dalen ook de inkomsten uit grafrechten. Een aantal gemeenten heeft moeite de exploitatie van begraafplaatsen rond te krijgen.”
Minder opleveren
Ook Wim van Midwoud, consulent van de Landelijke Organisatie van Begraafplaatsen (LOB), kent de cijfers. ‘Zijn’ vereniging voor houders van begraafplaatsen in Nederland telt circa 600 leden, waaronder veel gemeenten, die gezamenlijk een kleine 2000 begraafplaatsen beheren. „Als je de statistieken mag geloven wil 63 procent van de Nederlanders worden gecremeerd en kiest 37 procent voor begraven. De afgelopen tien jaar kwam er voor cremeren ieder jaar een procent bij. Vooral in stedelijk gebied betekent deze ontwikkeling dat de grafrechten minder opleveren. Daar wenst vaak nog maar een kwart van de inwoners begraven te worden, of nog minder.”
In hun streven dat kosten en inkomsten van begraafplaatsen in evenwicht zijn, maken gemeenten nogal eens de grafrechten duurder. Koster: „Wanneer het prijsniveau van de grafrechten relatief laag is, kan die optie worden toegepast. Het moet wel reëel zijn, een gemeente moet kunnen uitleggen waarom een bepaalde prijs wordt berekend.”
Voor een gezonde exploitatie worden vanzelfsprekend ook de kosten kritisch in ogenschouw genomen. Van Midwoud: „Daarin zijn de laatste jaren slagen gemaakt. Zeker in gemeenten die gefuseerd zijn. Alle begraafplaatsen onder één organisatie is financieel voordeliger. De administratie kan worden gekoppeld en niet iedere begraafplaats hoeft een eigen grafdelver te hebben. Ook op onderhoud kan bij samenwerking worden bespaard.”
Toeleggen
Veel gemeenten leggen toch op de exploitatie toe. Van Midwoud: „Soms wordt eenvoudigweg geredeneerd dat een begraafplaats een algemene voorziening is. Een tekort moet dan maar worden aangevuld uit de algemene middelen. Vooral in gemeenten waarin de christelijke partijen sterk vertegenwoordigd zijn komt dat voor. De visie vanuit het geloof op begraven of cremeren speelt daarin mee.”
Er zijn ook gemeenten die weinig geld aan de begraafplaatsen spenderen en het onderhoud veelal aan nabestaanden en vrijwilligers overlaten, aldus Van Midwoud. „De Wet op de lijkbezorging bepaalt dat een gemeente ten minste één begraafplaats moet hebben, in elk geval haar inwoners een laatste rustplaats moet kunnen bieden. Meer gemeenten mogen ook gezamenlijk een begraafplaats exploiteren. Wettelijk is niet omschreven wat een gemeente dan allemaal kan doen. Zo is uitbesteden van onderhoud en lijkbezorging mogelijk. Loonkosten zijn immers de grootste kostenpost. Iedere gemeente neemt haar verantwoordelijkheid op haar manier.”
Kostenbesparing
Een nieuw middel voor een sluitende exploitatie is dat gemeenten een crematorium beginnen. Zeist bijvoorbeeld. Voor de korte termijn is het door kostenbesparing gelukt de exploitatie van de gemeentelijke begraafplaats kostendekkend te maken. De algemene verschuiving van begrafenis naar crematie maakt dat voor de toekomst moeilijker.
„Met de toevoeging van een crematorium (met minimaal 600 crematies per jaar) komt de begraafplaats tot een duurzame kostendekkende exploitatie zonder dat tariefstijgingen nodig zijn, afgezien dan van inflatiecorrecties”, verwacht de gemeente. „Sterker nog, bij een goed draaiend crematorium kunnen de extra inkomsten op termijn zelfs leiden tot een besluit tot tariefsverlaging.”
De gemeente Harderwijk, die ook een eigen crematorium overwoog, durft dat bij nader inzien niet aan. In Harderwijk komt wel een voorziening voor crematies, maar de exploitatie ervan wordt overgelaten aan „een marktpartij.”
In de rij
In open brieven keerde de christelijke uitvaartverzorger Gert-Harm Hoefakker zich daar fel tegen. „Bij exploitatie door de gemeente kunnen met de opbrengst van het crematorium de tekorten op de begraafplaatsen worden teruggedrongen en blijft een begrafenis betaalbaar. Als het verdienmodel in handen komt van commerciële partijen, worden de begraafplaatsen minder kostendekkend en de graven door noodzakelijke tariefsverhogingen van grafrechten fors duurder. De steeds kleinere groep die kiest voor een begrafenis zal de kosten van de twee begraafplaatsen moeten ophoesten.”
De gemeente heeft becijferd dat een eigen crematorium pas na elf jaar geld opbrengt. „De terugverdientijd van de investering is te lang en te risicovol.” Hoefakker trekt die financiële risico’s in twijfel en vindt dat de gemeente zich laat leiden door angst. „Diverse uitvaartondernemers staan voor de exploitatie in Harderwijk in de rij. Dat is veelzeggend.”
Geen krappe markt
LOB-consulent Van Midwoud proeft bij meer gemeenten wat hij „koudwatervrees” noemt. „Die zien een crematorium niet als een kerntaak. De Wet op de lijkbezorging zegt immers nergens dat een gemeente een crematorium moet hebben. Punt uit. Als er zo veel vraag naar cremeren is bij je inwoners, zou je daar echter naar moeten handelen. Een gemeente die zowel een begraafplaats als een crematorium exploiteert, heeft beide ‘smaken te pakken’ en kan inderdaad het tekort op het ene aanvullen met inkomsten bij het andere. Crematoria schieten als paddenstoelen uit de grond, echt niet omdat het zo’n krappe markt is. Er is wat te verdienen.”
Van Midwoud adviseert gemeenten bij voorkeur het heft in handen te houden. „Kijk eerst wat je zelf kunt regelen voordat je een commerciële partij in de arm neemt. Ook uit respect voor je inwoners. Je kunt dan vat houden op de tarieven. Anders geef je zomaar de kip met de gouden eieren weg en plukken anderen de vruchten. Er zijn overigens wel gemeenteraden die afspraken maken over een vergoeding per crematie of jaarlijkse toestemming voor aanpassing van de tarieven.”
In Amersfoort werkt de combinatie begraafplaats-crematorium goed, zegt Wilco Plaggenborg, directeur van Crematorium en Begraafplaatsen Amersfoort. De gemeente Amersfoort exploiteert zowel drie begraafplaatsen als een crematorium.
„Jaarlijks zijn er rond de 1950 crematies, het aantal begrafenissen is gedaald van 500 naar 350, maar dat is al vijf jaar achtereen een stabiel cijfer. Wat wij na het innen van de grafrechten en een scherpe kostenbeheersing tekortkomen op de begraafplaatsen, kan uit de opbrengsten van het crematorium worden gerepareerd. Wij hebben dan ook veel uitvaarten en bestrijken een redelijk groot gebied. Een crematorium erbij is niet voor elke gemeente zonder meer het ei van Columbus, integendeel. Het heeft ook met schaalgrootte te maken en of er al meerdere crematoria in de buurt zijn. Een gemeente moet daarom goed berekenen of ze wel wat aan een crematorium overhoudt.”
Plaggenborg, die in een platform samenwerkt met de andere zeven gemeentelijke crematoria in Nederland, wijst op een dreigende wildgroei. „Iedereen wil Nederland tegenwoordig volzetten met crematoria. Ook vastgoedmensen zien er nu handel in. Er worden aanvragen ingediend voor crematoria op industrieterreinen, tussen de brood- en melkfabrieken in, voor ”technische crematies”, waarvan de uitvaartplechtigheid elders heeft plaatsgevonden. Tussen nu en vijf jaar ontstaat er een enorme vechtmarkt, waardoor niet iedereen de exploitatie overeind zal kunnen houden.”
Niet achteroverleunen
Ondertussen hebben de begraafplaatsen nog niet afgedaan. „Een gemeente zal er wel wat meer voor moeten doen”, stelt Van Midwoud. „Dat een beheerder achterover leunend kon wachten tot de volgende plechtigheid zich aandiende, is niet meer van deze tijd. Zo zou een gemeente meer ‘reclame’ kunnen maken. Denk aan open dagen op de begraafplaats, waarop informatie wordt gegeven wat er kan en niet kan.”
De gemeente Renkum doet dat in samenwerking met een uitvaartondernemer. „Veel belangstelling is er ook voor de ”lichtjesavonden” die in december op twee begraafplaatsen worden gehouden. Bezoekers kunnen dan samen met familie of vrienden herinneringen ophalen en een kaars branden voor een overleden dierbare”, zegt een woordvoerder.
Het aantal begrafenissen op de vijf gemeentelijke begraafplaatsen neemt toe. „Vorig jaar 85, dit jaar tot nu toe 118. Wij vermoeden dat onze activiteiten daaraan bijdragen. De grafrechten houden we op een gemiddeld niveau om ons niet uit de markt te prijzen.”
Van Midwoud ziet nog een nieuwe groep voor de begraafplaatsen. „Onze 800.000 islamitische medelanders. Die kiezen consequent voor begraven, en ook steeds meer voor begraven in Nederland. Willen de eerste en tweede generatie veelal nog een laatste rustplaats in het thuisland, de derde generatie voelt zich daarvoor te veel Nederlander.”
„Geld moet niet keuze tussen begraven en cremeren bepalen”
„Je wilt toch niet dat te hoge grafprijzen indirect crematies stimuleren?” Vanuit die gedachte heeft wethouder Den Boer (SGP) van de gemeente Korendijk (Goudswaard, Nieuw-Beijerland, Piershil, Zuid-Beijerland) de afgelopen jaren gewerkt aan lagere begraafkosten. „Geld moet voor inwoners niet de keuze tussen begraven en cremeren bepalen.”
„Korendijk was behoorlijk prijzig met de grafrechten, in vergelijking met omliggende gemeenten”, zegt Den Boer. „In het verleden, toen de SGP niet in het college zat, zijn de begraaflasten regelmatig fors verhoogd voor een sluitende gemeentelijke begroting.”
Vorig jaar is een verlaging met 10 procent doorgevoerd, dit jaar opnieuw. Daarmee bedragen de rechten voor een tweepersoons particulier koopgraf voor tien jaar nu circa 1800 euro. „Een crematie kost in de omgeving 900 euro, hebben uitvaartverzorgers ons gemeld. Cremeren en begraven zitten nu dus weer op hetzelfde kostenniveau.”
De begraafplaatsen staan voor 216.000 euro op de begroting. „Daarmee zijn iets minder dan drie arbeidsplaatsen gemoeid. Alleen het grafdelven besteden wij uit. De dienstverlening bij een begrafenis is in stand gehouden. Een rouwstoet wordt begeleid naar de plaats van de teraardebestelling en de medewerker verleent hand- en spandiensten, zoals het laten zakken van de kist”, aldus Den Boer. De grafrechten dekken 90 procent van de kosten.