Niet minder donors organen door wet
De daling van het aantal donororganen is niet direct het gevolg van het systeem van registratie en donatie zoals dat in 1998 werd ingevoerd.
Om die reden biedt een omgekeerd systeem, waarin mensen donor zijn tenzij ze daartegen van tevoren bezwaar hebben gemaakt, op dit moment geen uitkomst. Sommige politieke partijen zien veel in zo’n omgekeerd systeem.
Het Rathenau Instituut trekt bovenstaande conclusie in een woensdag gepubliceerd literatuuronderzoek, waarbij de gegevens van verschillende studies naar de Wet op de orgaandonatie (WOD) naast elkaar zijn gelegd. De bevindingen van het instituut, dat ethische kwesties bestudeert, wijken af van de officiële evaluatie van TNO, die in opdracht van ZorgOnderzoek Nederland eind vorig jaar is gepubliceerd.
Het tekort aan organen komt volgens Rathenau vooral door de slechte organisatie omtrent donatie in ziekenhuizen, doordat de vraag naar organen stijgt en doordat er minder aanbod van hersendode donoren is. En dat is weer het gevolg van minder verkeersslachtoffers en een betere medische behandeling voor patiënten met een beroerte, zodat zij minder vaak hersendood raken.
TNO meende dat de daling vooral kwam doordat nabestaanden vaker weigeren toestemming te geven voor donatie als blijkt dat de overledene zich niet heeft laten registreren in het Donorregister. Op zich klopt het dat driekwart van de nabestaanden weigert (75 procent), maar dat is volgens Rathenau nauwelijks meer dan de periode voorafgaand aan de WOD (73 procent). Bovendien maakte TNO met 85 procent nog eens een rekenfout, want dat was 10 procent te hoog.
Het Rathenau Instituut bepleit een onderzoek naar motieven van weigering. Nu wordt ten onrechte gedacht dat familie vooral uitgaat van de vermeende wil van de overledene. Maar dat geldt slechts bij 13 procent. De belangrijkste reden blijkt dat nabestaanden het zélf niet willen. Volgens het instituut valt er een wereld te winnen als nabestaanden en het publiek beter worden voorgelicht over het begrip hersendood.
Ook de registratie in het Donorregister moet beter, want als de overledene daarin met ”ja” vermeld staat, weigert de familie nauwelijks. Nu is 37 procent van de Nederlanders geregistreerd, van wie de helft (2,4 miljoen mensen) instemt met donatie. Dat betekent dat van 67 procent van de bevolking nu niet bekend is wat zij willen. Vóór 1998 was dit percentage zelfs veel hoger, want toen gaf 20 procent van de mensen aan een donorcodicil te hebben ingevuld, maar droeg slechts 1,3 procent dat bij zich. Daardoor was van bijna 98,7 procent de wil van de overledene feitelijk onbekend.
Een geen-bezwaarsysteem, zoals in Spanje, Oostenrijk en België, is volgens het Rathenau Instituut geen garantie voor meer orgaandonoren. Succes hangt af van factoren als de organisatie van de donaties, de cultuur van het land, de toon van de publiekscampagne en de benadering van de familie. In Spanje wordt meer druk op nabestaanden gelegd en weigert slechts eenvijfde. Maar daar zijn ook meer donoren beschikbaar omdat er meer verkeersdoden vallen.