Zonder NMV wordt haalbaarheid fosfaatplan melkveesector „heel spannend”
Het fosfaatreductieplan van de zuivelsector móet doorgaan, anders is Nederland de derogatie kwijt. Dat is de stellige overtuiging van LTO-melkveehoudersvoorman Kees Romijn. Mocht de Nederlandse Melkveehouders Vakbond (NMV) afhaken, dan wordt het echter nog „heel spannend.”
Romijn zei dat woensdag desgevraagd na de presentatie van het plan in Den Haag. Het plan moet melkveehouders die sinds vorig jaar zomer hun bedrijf hebben uitgebreid, stimuleren om hun veestapel weer in te krimpen. Wie niet of onvoldoende meedoet, krijgt een korting op de prijs die zijn zuivelfabriek voor de geleverde melk betaalt. Wie wel krimpt, krijgt een bonus.
De NMV is de kritische tegenhanger van de grotere boerenorganisatie LTO. Steun van de NMV voor het plan is cruciaal, omdat voor de aanvraag van een algemeen verbindend verklaring (AVV) twee derde van de Nederlandse melkveebedrijven vertegenwoordigd moet zijn. Die AVV is vereist om alle zuivelbedrijven en alle melkveehouders te verplichten mee te doen.
De NMV legt het plan op 30 december aan zijn leden voor. Dinsdag klonk op een NMV-vergadering in De Meern veel kritiek op de maatregel, waarmee de zuivelsector vooruitloopt op de wettelijke invoering van zogeheten fosfaatrechten in 2018. De NMV is altijd tegen fosfaatrechten geweest.
Zowel het sectorplan als het fosfaatrechtenstelsel moet leiden tot vermindering van het aantal koeien in Nederland en daarmee de productie van fosfaat in de mest van de dieren. Dat is nodig om de derogatie –een Brusselse ontheffing waardoor Nederlandse veehouders extra mest op grasland mogen uitrijden– te behouden. Het hogere doel van Brussel is waarborging van de kwaliteit van grond- en oppervlaktewater.
Bij de presentatie van het plan werd het woord gevoerd door Romijn en door voorzitter Piet Boer van de Nederlandse Zuivelorganisatie, de brancheorganisatie van de zuivelondernemingen. NMV-voorzitter Wiegersma zat wel achter de tafel maar had geen inhoudelijk inbreng.
Wiegersma weigerde op een vraag van een journalist zijn expliciete steun voor het plan uit te spreken. „Dat is bij ons aan de leden”, stelde hij. Wel gaf hij aan te verwachten dat de meerderheid voor zal stemmen.
Volgens Romijn was bij de laatste telling „ergens rond 2012” 69 procent van de Nederlandse melkveehouders bij LTO aangesloten en 11 procent bij de NMV. Daarmee zou LTO ook zonder steun van de NMV voldoende representatief zijn om een AVV aan te vragen. Het is echter de vraag of deze cijfers nog kloppen, want LTO kampt met opzeggers. Volgens Romijn vindt binnenkort een nieuwe telling plaats.
LTO zelf legt het plan niet ter goedkeuring aan zijn leden voor. „Bij ons wordt het bestuurlijk afgetimmerd. Wel bespreken we het plan met onze leden tijdens bijeenkomsten in het land”, zei Romijn.
