Cultuur & boeken

Het beeld van Churchill staat lang niet vast – zeker niet als het over Europa gaat

Zou Churchill ook voor een brexit hebben gestemd? Die vraag is de afgelopen tijd in Groot-Brittannië vaak gesteld. Het boeiende is dat ook de vele Churchillkenners er niet uitkomen. De teksten die de oorlogspremier heeft nagelaten, wijzen zeker niet in één richting.

9 December 2016 14:24Gewijzigd op 16 November 2020 09:18Leestijd 7 minuten
Het beeld van Churchill en de EU ligt niet vast. Wat je ziet hangt af van waar je staat.  beeld AFP, Niklas HALLE’N
Het beeld van Churchill en de EU ligt niet vast. Wat je ziet hangt af van waar je staat.  beeld AFP, Niklas HALLE’N

Churchill was op zijn best achter het spreekgestoelte. Hij stond dan heerlijk in het middel­punt, en gaf het beste van het beste. Soms kon hij wekenlang bezig zijn met de tekst voor een toespraak, en hij probeerde die dan werkendeweg al eens uit voor wat tafelgasten. Elke zin, elk woord werd uitgebreid overwogen, en nadien uit het hoofd geleerd.

Zodra het laatste woord was gevallen, was het nog niet klaar. De volgende ochtend liet Churchill de ochtendkranten bezorgen, uiteraard in zijn slaapkamer. Vrijwel zijn hele leven had hij de gewoonte om de ochtend werkend op bed door te brengen, met een sigaar en een whisky-soda, en een secretaresse binnen handbereik om de laatste ingevingen te noteren. Na een belangrijke redevoering ploos hij alle kranten uit om te zien of ze zijn speech wel op de voor­pagina brachten en hoe groot.

In het boek ”Winston Churchill. Vader van Europa” zet Felix Klos op een rijtje wat deze grote staatsman heeft gezegd over de Europese eenwording. En dat is beslist niet weinig. Vanaf 1929 tot het einde van zijn politieke loopbaan in de jaren vijftig heeft hij doorlopend gepleit voor een verenigd Europa. De term Verenigde Staten van Europa schijnt ook door hem te zijn gemunt.

Het probleem is echter dat niet duidelijk is welke plaats Churchill voor zijn eigen land zag in zo’n verenigd Europa. En bovendien: hoever moest dat Europa zich dan verenigen?

Felix Klos, een jonge Nederlands-Amerikaanse historicus, komt tot de conclusie dat Churchill lang volhield dat Groot-Brittannië de Europese eenwording alleen van buitenaf moest steunen en sponsoren, zonder er zelf in mee te gaan. Zijn land had immers veel bredere verbindingen met de wereld. In de eerste plaats was dat het koloniale rijk, in de tweede plaats de band met de Engelssprekende volken, en pas in de derde plaats Europa. Opgaan in dat laatste werelddeel zou verraad betekenen aan de rest van de wereld, die het Britse leiderschap ook hard nodig had.

Pas na de Tweede Wereldoorlog wijzigde zijn toonzetting. Europa was veranderd in een kerkhof van vechtende volkeren, en samen­werking was het middel om verzoening te bereiken. Europese integratie was ook een manier om Duitsland erbovenop te helpen.

In de naoorlogse jaren werd dit een van zijn grote thema’s. Hij hield grote toespraken in Zürich (1946) en Den Haag (1948). En in Groot-Brittannië zelf richtte hij een Europese beweging op. Let wel: dit waren de jaren dat hij in de oppositie zat en zich tegenover de regering moest profileren. De regering van Labourpremier Att­lee keurde zijn Europese ambitie streng af. Deze linkse regering wilde eerst en vooral de eigen industrie beschermen.

Straatsburg

Churchill had op het vasteland van Europa genoeg medestanders. Het Congres van Europa in Den Haag in 1948 leidde tot de oprichting van de Raad van Europa, een internationaal forum over mensenrechten dat nog steeds bestaat. Deze organisatie kreeg een bestuur van parlementsleden uit de lidstaten in Straatsburg. Tijdens de eerste zittingsweken stal Churchill daar de show.

Klos vertelt uitgebreid over de omstandigheden tijdens die Straatsburgse weken: hoe Churchills ‘hofhouding’ eruitzag, hoeveel champagne er tijdens zo’n week doorging, en wie de (hoge) rekeningen betaalde. Wie meer boeken over Churchill heeft gelezen, zal het herkennen: bij deze man moeten al deze details altijd weer worden verteld. Ook Klos ontkomt niet aan de verleiding om heel veel details in champagne te dopen. Al die sigarenrook ontneemt echter wel het zicht op de grote lijn van het verhaal.

Churchill filosofeerde over allerlei onderwerpen, variërend van een Europese munt (met één nationale en één internationale zijde) tot een Europese defensie (die ondanks alle moeite nog altijd in de kinderschoenen staat). Over het Europese leger heeft premier Churchill later gezegd dat dit eigenlijk binnen de NAVO tot leven was gekomen. Blijkbaar was hij daar tevreden mee. De huidige pleitbezorgers van een Europees leger profileren zich daarentegen vaak tegenover de NAVO.

Een fraai voorbeeld van (gebrek aan) Europese samenwerking was de Schumanverklaring van 9 mei 1950. Frankrijk deed het een­zijdige voorstel om de Europese productie van kolen en staal te bundelen, om zo te voorkomen dat één Europees land een machtig leger zou kunnen opbouwen. Dit plan groeide in 1951 uit tot de Europese Gemeenschap van Kolen en Staal (EGKS).

Oppositieleider Churchill wilde weten of de Britse regering op deze trein van Schuman wilde stappen. Het antwoord was nee. Groot-Brittannië was de grootste producent van kolen en staal en was totaal niet bereid om de zeggenschap hierover in handen van buitenlanders te geven. Ook hier is niets nieuws onder de zon.

Churchill nam het de regering zeer kwalijk dat ze afhaakte. Toen hij echter zelf enkele maanden later in 1951 weer premier werd, heeft hij nooit meer geprobeerd om dit te corrigeren. Voor historici is nu de vraag: waarom probeerde Winston niet alsnog op de Europese trein te springen? Klos legt uit dat Churchills minister van Buitenlandse Zaken Anthony Eden hier anders in stond, en dat ook de rest van de Conservatieve Partij er niet voor voelde. In zijn boek ”De Churchillfactor” uit 2014 ziet Boris Johnson (momenteel minister van Buitenlandse Zaken) er een bevestiging in dat de grote man nu ook niet zo’n heel groot eurofiel was. Het heeft er immers de schijn van dat zijn ambities ook te maken hadden met zijn positie als oppositieleider.

Het heeft tot 1960 geduurd voordat Groot-Brittannië vroeg of het bij de Europese samenwerking kon aanhaken. Dit verzoek werd twee keer afgewezen, en wel door Frankrijk. Pas in 1973 sloten de Britten zich aan, om (waarschijnlijk) in onze tijd weer af te haken.

Profeet

Churchill was een visionair. Een bewonderde visionair zelfs. De vraag kriebelt wel hoeveel waarde er aan elk woord van hem moet worden gehecht. Toen hij in mei 1940 premier werd, was dat omdat er geen alternatief was. Zijn reputatie was toen te vergelijken met die van mensen als Fortuyn en Trump in onze tijd. Zeker als oppositieleider was hij meer opportunist dan profeet.

Een fraai voorbeeld van opportunisme is misschien de droom van Churchill van een gedeeld Frans-Brits staatsburgerschap en een gezamenlijke regering in juni 1940. De overeenkomst tussen beide regeringen was al bereikt, maar stuitte in Parijs toch op weerstand. Het is wel bizar om dit 76 jaar later terug te lezen. Zo’n unie doet totaal geen recht aan de eigenheid van deze twee landen en zou onherroepelijk tot problemen leiden. Het is vandaag al moeilijk genoeg om Engeland en Schotland bij elkaar te houden. De auteur plaatst er echter nauwelijks vraagtekens bij.

Klos heeft zich in de media meermalen tegen de interpretatie van Boris Johnson gekeerd. Hij vindt dat deze Churchill te veel naar zichzelf toe interpreteert. Toch heeft Johnson een punt: als politicus weet hij veel beter dan Klos dat retoriek iets anders is dan beleid. Klos daarentegen wil elk woord van de grote held serieus nemen.

Niettemin heeft Klos een fraai overzicht op tafel gelegd, dat zeker zijn nut heeft in het debat over Europa.


Boekgegevens

”Winston Churchill. Vader van Europa”, Felix Klos; uitg. Hollands Diep, Amsterdam, 2016; ISBN 978 90 488 3456 3; 416 blz.; € 19,99.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer