JA

Veel christenen zijn zo gewend aan deze uitspraken dat ze zich niet realiseren wat anderen erbij kunnen denken wanneer we zeggen dat God mens werd en dat Jezus God is. Slechts op enkele plaatsen in het Nieuwe Testament wordt het zo kort gezegd: ”Jezus is God”. Meestal worden er veel meer woorden gebruikt om uit te leggen Wie Jezus is.

In Johannes 1 wordt Jezus het Woord van God genoemd. In de Bijbel in Gewone Taal is dat helaas vervangen door ”Zoon van God”. Dat is een vreemde keuze en een gemiste kans voor een Bijbelvertaling die ook buitenkerkelijken wil aanspreken. De naam ”woord van God” (in het Arabisch ”kalimat Allah”) komt namelijk ook in de Koran voor als naam voor Jezus en kan juist een brug vormen voor moslims om Jezus te leren kennen.

Vanuit Johannes 1 kunnen we teruggrijpen op de geschiedenis van Mozes bij de brandende braamstruik (Exodus 3). Uit dat vuur sprak God tot Mozes. „Ik ben het”, klonk het uit het vuur, en Mozes bedekte zijn gelaat omdat hij bevreesd was om God te zien. In de Koran staat dat Mozes knielde voor God.

Was God alleen in dat vuur toen Hij met Mozes sprak? Natuurlijk niet, Hij troonde ook in de hemel en bestuurde heel de aarde, terwijl Zijn Woord sprak uit een vuur in de woestijn. Zo was ook de hemel niet verlaten toen Gods Woord op aarde verscheen in de gestalte van Jezus die geboren werd bij de maagd Maria. Uit de hemel klonk de stem van de Vader Die Hem gezonden had en daalde de Geest van God neer.

Mag je voor een vuur bidden? Natuurlijk niet. Toch knielde Mozes omdat God uit het vuur sprak. Mag je een mens aanbidden? Natuurlijk niet. Toch noemde Jezus zijn leerlingen gelukkig die voor Hem knielden en Hem aanbaden als Heer en God. In alles wat Jezus sprak en deed, zagen ze dat ze met God Zelf te maken hadden. Maar God is meer dan de verschijning van Jezus. Hij is de eenheid van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Alleen de Zoon, het Woord, nam de menselijke natuur aan.

NEE

Toch moeten we oppassen dat we niet gaan zeggen dat het ‘slechts’ het Woord van God mens werd en niet God Zelf. In de tijd dat Mohammed optrad, had de kerk sterk te maken gehad met de invloed van gnostiek en docetisme. Daarin werd beweerd dat Jezus slechts een gewoon mens was in wie een geest van God woonde. Die geest zou dat lichaam verlaten hebben toen Jezus aan het kruis stierf. Sommigen noemden de lichamelijkheid van Christus slechts schijn.

Deze gedachte vind je ook in de Koran terug als het gaat om de kruisiging. Op deze manier verliezen het lijden en het kruis van Christus alle betekenis. Zijn lijden en dood zijn dan niet anders dan die van miljoenen anderen.

Jezus zegt duidelijk dat Hij al bij de Vader was voordat de wereld bestond en dat Hij gekomen is om de weg van het lijden te gaan en Zijn lichaam te geven als het offer voor onze zonden. Zijn goddelijke oorsprong en Zijn menselijke lijden zijn dus met elkaar verbonden. Jezus nodigt de leerlingen uit om Hem aan te raken. Jezus’ lichaam, Jezus’ menselijke natuur is geen schijn, geen losse cocon. Zijn lichaam, dat is opgestaan uit de dood, is de zekerheid van hun leven. Zo tastbaar laat God zien dat Hij ons lichamelijke bestaan verlost van de slavernij van de zonde. De kerk heeft beleden dat Christus ook in Zijn dood, de Machtige was die het dodenrijk ontsloot. Jezus’ Godheid kunnen we niet losmaken van de menselijke natuur die Hij erbij heeft aangenomen, die horen bij elkaar. Dat is onze hoop.

DUS

God stopte niet om God te zijn toen Jezus de menselijke natuur aannam. God is meer dan de verschijning van Jezus. God is de eenheid van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Alleen de Zoon, het eeuwige Woord, nam de menselijke natuur aan. Hij deed dat met Zijn goddelijke almacht en barmhartigheid. Jezus kwam van de Vader (dat vieren we met Kerst) en Hij is teruggegaan naar de Vader en van daar zal Hij terugkomen. Zijn leerlingen hebben in een lied bezongen dat Hij Zich vernederd heeft en de gestalte van een slaaf heeft aangenomen, en dat God zó Zijn grootheid en liefde liet zien (Filippenzen 2). Zo is Hij onze Redder. God met ons is Zijn Naam.

Ds. Cees Rentier, directeur stichting Evangelie & Moslims