Overleg vroegpensioen terug bij af
Het overleg tussen kabinet, vakbonden en werkgevers over vroegpensioen is weer terug bij af. Het kabinet heeft maandag teruggegrepen op zijn oude voorstel waarin werknemers niet langer belastingvrij mogen sparen voor prepensioen. Volgens de vakbonden draait het daarmee het overleg de nek om, terwijl de werkgevers het gesprek gaande proberen te houden.
Van het kabinet mogen werknemers vanaf 2006 niet langer onbelast geld opzij zetten om voor hun 65e te stoppen met werken. Wel komt het met een overgangsregeling. Bovendien mogen werknemers toch 2,1 jaar eerder met pensioen door hun spaartegoed voor verlof in te zetten.
Het kabinet trekt daarnaast het voornemen in om werknemers te verbieden te sparen voor een pensioen van meer dan 70 procent van het laatstverdiende loon. Werknemers met een zwaar beroep die vaak jong beginnen met werken, kunnen deze overwaarde gebruiken om voor hun 65e ermee op te houden. Dit zal overigens voor een beperkte groep gelden.
De vakcentrales FNV en CNV zijn verontwaardigd over de plannen. Ze begrijpen niet dat minister De Geus van Sociale Zaken zo snel over het overleg met de sociale partners heenstapt en eerdere toezeggingen intrekt.
De FNV waarschuwt dat de ingreep van het kabinet grote gevolgen kan hebben voor de naleving van het Najaarsakkoord en de afspraken over loonmatiging in dat akkoord.
In een poging de dialoog tussen de sociale partners en het kabinet gaande te houden, is VNO–NCW bereid water bij de wijn te doen. De werkgeversorganisatie wil werknemers toch de mogelijkheid geven om voor de leeftijd van 63,5 jaar met prepensioen te gaan, zoals het oude compromisvoorstel van het kabinet dat voorstond. Vakcentrales FNV, CNV en MHP en werkgeversorganisaties MKB–Nederland en LTO Nederland eisen een leeftijd van 62 jaar. Voor MKB–Nederland en CNV betekent de opmerking een sprankje hoop. De FNV ziet de prepensioenleeftijd van 62 jaar als „een absoluut eindbod".
De vakbonden krijgen bijval van de PvdA. Tweede–Kamerlid Bussemaker is „zeer geschokt" door de houding van het kabinet, die volgens haar met de rug naar de sociale partners staat. Dit zou wel eens gevolgen kunnen hebben voor de loonmatiging, schat ze in.
Haar collega Bakker (D66) is daar niet bang voor. Over de loonmatiging wordt volgens hem niet aan de vergadertafel beslist maar op de arbeidsmarkt. Daar is nu zoveel werkloosheid dat de lonen echt niet zullen stijgen. Bakker prijst het kabinet voor het teruggrijpen naar de strakke lijn.
CDA–Tweede–Kamerlid Verburg is teleurgesteld. Ze rept van „een gemiste kans" nu de flexibele afspraken voor het stoppen met werken van tafel lijken te zijn.