Column: Pruillippen en zielenpieten
Hebben we net verkiezingen in de VS gehad, begint het feest in Nederland. Er is daar veel geschimpt en gescholden. Maar hier kunnen ze er ook wat van. VVD-leider Rutte noemt Buma een „pruillip” en Wilders een „zielenpiet. ChristenUnieleider Segers noemt op zijn beurt Rutte „de vijand van het gezin.” Als het nu al begint met zulke stevige kwalificaties, kan dat het sfeertje in de aanloop naar 15 maart 2017 goed verzieken.
Politiek analisten zijn al druk aan het spinnen: wat worden de grote verkiezingsthema’s? De christelijke partijen mikken op het gezin en op de bescherming van het leven. Wilders gaat migranten tegenhouden en de islam aanpakken. De PvdA mikt op sociale zekerheid en veiligheid. De VVD wil doorgaan met het economische herstel. Verder uiteraard meer agenten op straat. Als je de conceptverkiezingsprogramma’s doorneemt, krijg je een aardig beeld van wat er te kiezen valt. De lelijke woorden staan er niet in, die krijgen we er gratis bij.
Het is interessant om de programma’s te bekijken door een langetermijnbril. Kortgeleden heeft Nederland de internationale Agenda voor Duurzame Ontwikkeling ondertekend. Het is een lijst met doelen die ervoor moet zorgen dat politici zich niet blind staren op economische groei. Ze gaan rekening houden met mens en milieu. Daarnaast gaan ze kijken naar het effect van hun beleid op volgende generaties. Geen onbetaalde rekeningen doorschuiven naar je kinderen. En tot slot hebben ze beloofd dat ze onze eigen ontwikkeling niet ten koste laten gaan van armere landen. Dus niet: wij steeds rijker over hun rug. Mooie belofte.
Nu had Rutte aan het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) gevraagd: Hoe staan we er als Nederland voor? Hoe duurzaam zijn we in vergelijking met andere landen? Dat leverde een maand geleden een interessant rapport op dat nog niet veel aandacht heeft gekregen. Ik neem de vrijheid om het weer voor het voetlicht te halen. Sommige weetjes uit het rapport zijn in verkiezingstijd extra waardevol.
Kijken we naar andere Europese landen, dan scoren we heel goed op het gebied van veiligheid. Relatief weinig criminaliteit, mensen voelen zich over het algemeen veilig. Weinig mensen in de cel. Weinig corruptie bij de overheid. Qua economische groei doen we het heel netjes. We zijn enorm productief. Bijna nergens wordt er zo veel waarde toegevoegd per gewerkt uur. Ons verkeer is erg veilig. Moeder-en-kindzorg staat op een hoog peil. Leg je de verkiezingsprogramma’s hiernaast, dan lijkt het alsof je in een andere wereld leeft. Maar misschien is dat net het punt: als je je fixeert op je eigen problemen en behoeften, worden ze in je beleving steeds groter.
Er is veel rozengeur en maneschijn in Nederland. Maar er is ook kommer en kwel, laat het CBS zien. Vooral op het gebied van duurzaamheid en energie. Nederland stoot per inwoner relatief veel broeikasgassen uit en verbruikt veel fossiele brandstoffen. Het aandeel hernieuwbare energie, uit zon, wind, water of biomasssa, is zeer laag: we zitten een eind onder Polen, Roemenië en de Baltische staten.
Nog even doorgaan? Onze voedselproductie is zeer hoog, maar de duurzaamheid van die productie is erg laag. We zorgen voor relatief veel afval, vooral voedselverpakkingen, terwijl we wat recycling betreft slechts een middenmoter zijn. Het aantal mensen dat voortijdig sterft door te hoge concentraties fijnstof en ozon stijgt gestaag. We doen het slecht als het gaat om stikstof in de bodem en waterkwaliteit. Het aantal diersoorten neemt af.
Het CBS concludeert: Nederland moet niet alleen kijken naar ”hier en nu”, maar ook veel meer naar de effecten van ons handelen op ”later” (onze kinderen) en ”elders” (met name armere landen).
Nou, zo’n rapport is niet alleen heel interessant. Het is ook heel bruikbaar. Elke politicus is op zoek naar oneliners, naar woorden die je makkelijk onthouden kunt. ”Hier en nu”. ”Later”. ”Elders”. Een kind kan het onthouden. Asjeblieft, hier heb je er een van nota bene de saaie statistici van het CBS!
In de achterliggende maanden hebben we als echte spindoctors onze lijntjes gelegd met politieke partijen. Doel? Meer aandacht vragen voor ”later” en voor ”elders”. Op hoop van zegen, dat we er iets terug van zullen zien in de komende verkiezingscampagne.
Niet alles staat (nog) in de verkiezingsprogramma’s. Het zou mooi zijn als we, in plaats van met gratis scheldpartijen, verrast worden met serieuze plannen voor een duurzamere economie en samenleving. Verkiezingsprogramma’s hebben een beperkte houdbaarheidsduur: tot 2020. Maar regeren is (verder) vooruitzien. Ik zie met spanning uit naar de komende maanden!
Evert-Jan Brouwer, politiek adviseur Woord en Daad