Van Speijk: liever (niet) de lucht in
Jan Carel van Speijk is een van de bekendste figuren van onze geschiedenis, dankzij zijn uitspraak: „Dan liever de lucht in!” Op 5 februari 1831 liet hij het kruit in zijn schip ontbranden en blies het op. Liever dit dan overgave aan de Belgen.
Al spoedig na zijn zelfgekozen dood werd luitenant-ter-zee Van Speijk (1802-1831) een nationale held, opgenomen in de rij van zeehelden zoals Tromp en De Ruyter. Heden ten dage is Van Speijks roem verbleekt en houdt alleen de Koninklijke Marine zijn nagedachtenis nog in ere. De vorming van de mythe rondom Van Speijk vormt het onderwerp van het nieuwe boek van Ronald Prud’homme van Reine, schrijver van biografieën van zeehelden zoals De Ruyter, vader en zoon Tromp en Piet Hein.
Het leven van Jan Carel van Speijk, wiens karakter door een familielid omschreven werd als resoluut en standvastig, was niet gemakkelijk. Hij groeide op in het Amsterdamse Burgerweeshuis, woonde later in bij familie en pas na verloop van tijd kon hij dienst nemen bij de marine, waarnaar van jongs af aan zijn hart was uitgegaan. Hij maakte tochten naar de Middellandse Zee en nam deel aan de strijd in Oost-Indië, waar hij zich door bijzondere dapperheid onderscheidde.
In de herfst van 1830, ten tijde van de strijd van de Nederlanders tegen de in hun ogen opstandige Belgen, kreeg hij het bevel over een kanonneerboot, die op 5 februari 1831 op de Schelde bij Antwerpen uit koers raakte en bij een fort met de achtersteven tegen de kade kwam.
Vlaggen halfstok
Dit vormde het begin van een reeks van gebeurtenissen, door de schrijver uitvoerig en nauwgezet beschreven, die hebben geleid tot de mythevorming rond Van Speijk. Vooral kapitein-luitenant Koopman, die de volgende dag op de hele vloot de vlaggen en wimpels halfstok liet voeren, heeft daaraan bijgedragen. Van Speijk werd bejubeld als een held die tegenover de Belgen de eer van het vaderland, de vlag en de koning –een eer waaraan hij zelf ook grote waarde hechtte en waarvoor hij eerder had gezegd te willen sterven– had gered.
Het behoeft geen betoog dat er van Belgische zijde geheel anders op Van Speijks aanslag, waarbij ook een tiental Belgische slachtoffers viel, werd gereageerd. In niet-orangistische kranten werd hij zelfs ronduit een moordenaar genoemd. Lezing van de krantenartikelen en gedichten over Van Speijk (die door de voor ons overdreven heroïek veelal gevoelens van vervreemding oproepen) laat zien hoe sterk het nationaal gevoel in deze tijd was ontwikkeld.
Merkwaardig doet het aan dat er in al deze lovende reacties maar weinig aandacht wordt besteed aan de 26 slachtoffers –Van Speijk incluis– die deze ontploffing kostte. Erbarmen lijkt verloren te gaan in de euforie van heldenverering en nationalisme.
Tegengeluid
Een van de weinige kritisch tegengeluiden komt van de orthodox-protestantse arts Henricus van der Feen. Hij schreef het boek ”De zelfopoffering van J. C. J. van Speyk aan den Bijbel getoetst. Een bijdrage tot staving dat de gereformeerde leer de zelfmoord bevordert, noch begunstigt, noch verdedigt” (1833). Daarin betoogt hij dat alleen God over leven en dood mag beschikken en veegt hij, in de woorden van de schrijver, op buitengewoon scherpzinnige wijze de vloer aan met de destijds gebruikelijke argumenten om Van Speijks actie goed te keuren.
Prud’homme van Reine is eveneens van mening dat hier sprake is geweest van een zelfmoordaanslag. Van Speijk was volgens hem een scheepsbevelhebber die weinig gaf om eigen leven en dat van anderen, in het bezit van een grote vastberadenheid om zijn voornemen tot het bittere einde ten uitvoer te leggen. Hij was een man, zo schrijft de auteur, die bereid was voor koning, volk en vaderland een zelfmoordaanslag te plegen om de vijand zo veel mogelijk afbreuk te doen. Daarbij ging hij er veel te gemakkelijk van uit dat zijn manschappen in deze situatie bereid waren met hem te sterven.
Waarheidsgetrouw
De schrijver laat overtuigend zien dat de held Van Speijk een schepping is van negentiende-eeuws nationalisme. Nationalisme waarvoor heldenverering noodzakelijk was, nationalisme dat daartoe de werkelijkheid herschiep. Historici zijn echter geroepen tot een zo waarheidsgetrouw mogelijke weergave van de gebeurtenissen. Dat is in dit op nauwkeurig bronnenonderzoek gebaseerde boek gedaan. Een waardevolle aanwinst voor onze geschiedschrijving.
Boekgegevens
”Liever niet de lucht in. De omstreden zelfmoordaanslag van Jan Carel van Speijk”, Ronald Prud’homme van Reine; uitg. De Arbeiderspers, Amsterdam, 2016; ISBN 978 90 295 1002 8; 288 blz.; € 19,99.