Opinie

GeenPeil presenteert zich als duur betaalde levende stemmachine

Als het aan de nieuwe partij GeenPeil ligt treedt er na de parlementsverkiezingen, komend voorjaar, een nieuw soort Kamerleden aan: levende stemmachines. Goed, ze kosten wel wat: ruim een ton per jaar. Maar dan heb je ook wat: directe invloed van de burger op de besluitvorming.

Hoofdredactioneel commentaar
6 December 2016 10:12Gewijzigd op 16 November 2020 09:12
beeld ANP
beeld ANP

Mocht GeenPeil ooit de meerderheid krijgen, dan is dat ook een enorme kostenbesparing. Geen eindeloze –soms zelfs nachtelijke– beraadslagingen meer. Gewoon een mailtje naar alle burgers met de vraag om even ja of nee te zeggen of het voorstel moet worden aangenomen of verworpen.

Dat spaart ook papier. Wil de burger kunnen kiezen, dan zal van elk voorstel alleen de essentie moeten worden geformuleerd, zonder allerlei mitsen en maren. Anders raakt de kiezer de weg kwijt. Als het even kan moet de kern worden samengevat in 140 tekens, want dan kun je via Twitter nog meer inspraak regelen. Zo breng je het bestuur dicht bij de burger.

Trouwens, de boegbeelden van GeenPeil zijn ook bijzonder. Die zijn er namelijk niet. Ja, de lijst wordt aangevoerd door Metrocolumnist Jan Dijkgraaf. Maar het alter ego, dat is de burger zelf. Mocht Dijkgraaf met een aantal makkers gekozen worden, dan zit hij (tegen een riante vergoeding) in de Kamer als marionet van de kiezer. Die vraagt en de fractie draait. Maximale invloed van het volk dus.

Transparant is GeenPeil ook. In de fractiekamer komt een webcam die 24 uur per dag aan staat. Iedereen kan meekijken. Het ontbreekt nog slechts aan een technische voorziening zodat de kiezer kan meeluisteren naar wat de fractieleden van GeenPeil via de mobiele telefoon bespreken.

Daartegenover staat dat gedeclareerde onkosten op de website worden verantwoord. Elk bonnetje is daar zichtbaar. Voor financiële uitspattingen behoeft de kiezer dus niet bang te zijn.

Jammer is natuurlijk wel dat de initiatiefnemers van GeenPeil al op de eerste belofte moesten terugkomen. Bart Nijman, een van de motors van het Oekraïnereferendum, zei in het verleden –bij herhaling– dat hij nooit de politiek in zou gaan. Hij en Jan Dijkgraaf hoonden dan ook hun oude strijdmakkers Jan Roos en Thierry Baudet, die zich recent meldden in de politieke arena. Roos gaat de komende Kamerverkiezingen meedoen voor WNL, Baudet vecht om een zetel voor Forum voor Democratie. Nijman en Dijkgraaf laakten die initiatieven. Want daarmee traden hun oude strijdmakkers toch maar weer toe tot de bestuurlijke elite waar destijds de initiatiefnemers van het Oekraïnereferendum eensgezind zo tegen te hoop liepen. En nu gaan Nijman en Dijkgraaf zelf de politiek in. Woordbreuk? Nee, zegt Nijman, want er is een groot onderscheid. Roos en Baudet worden beroepspolitici, de gekozen vertegenwoordigers van GeenPeil worden zetbazen. Blijft nog wel een punt. Nijman, Dijkgraaf, Roos en Baudet deelden een goed jaar geleden het standpunt dat Den Haag te ver van de burger stond en te verdeeld was. Zou de komst van drie nieuwe partijen nu echt zo veel bijdragen aan de verbetering van het politieke klimaat? Voorlopig is er vooral versplintering en gekibbel ten behoeve van het persoonlijk ego.

Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer