China’s religiepolitiek blootgelegd
Met de publicatie, aan de vooravond van het bezoek van Bush aan China, van een lijvig boekwerk (bijna 130 pagina’s) over de Chinese veiligheids- en godsdienstpolitiek is op grond van officiële staatsstukken de bedoeling van China’s regering met de kerk duidelijk geworden. De kerk wordt alleen getolereerd als die onvoorwaardelijk dienstbaar aan de staat is.
De beide auteurs, Shixiong Li en Xiqiu (Bob) Fu, publiceerden tot nu toe geheime maar uitgelekte overheidsdocumenten. Het zijn instructies die vooral aan lagere overheden zijn gericht. Interviews met slachtoffers completeren het verhaal.
Ambtenaren van verschillende Chinese ministeries hebben volgens de auteurs met gevaar voor eigen leven documenten ter beschikking gesteld. Ze wilden de wereld laten zien dat de Chinese regering een grote schijnvertoning opvoert als het gaat om godsdienstvrijheid. Met de mond, en met de grondwet (artikel 36 in de Chinese wet, red.) in de hand, belijdt men volledige vrijheid. Maar zeven officiële stukken tonen volgens de auteurs aan dat die vrijheid schijn is .
Het onderzoek is gedragen door het ”Committee for Investigation on Persecution of Religion in China” (www.religiousfreedomforchina.org), het Amerikaanse Voice of the Martyrs, Compass Direct, Jubilee Campaign en Open Doors. CIPRC beschikt over de publicatierechten.
De auteurs geven in het woord vooraf een waarschuwing af: Het lezen van het rapport kan schokkend zijn. Het hoofdstuk getiteld ”Gedetailleerd verslag van arrestaties en marteling van de leiders en leden van de Zuid-Chinese Kerk” geeft vele pagina’s concrete voorbeelden met datum, naam en plaats van mishandeling. Gevangen christenen werden doodgeslagen of met elektrische schokken verminkt. Ondervraging met marteling heeft bij voorkeur ’s nachts plaats. Een jonge moeder stierf tijdens de marteling. Bij een jonge vrouw, Peng Aijun, werd tijdens haar arrest het hoofdhaar uitgetrokken, agenten dansten met laarzen op haar lichaam en daarna sleepten ze haar van de martelkamer terug naar de cel omdat ze zelf niet meer kon lopen. Sommige gevangenen zeiden tijdens het martelen niets, anderen konden het niet aan en vertelden waar men de huisdiensten hield. Inval en arrestaties volgden.
In de anderhalf jaar dat het onderzoek plaatshad werden in de kring van de huisgemeenten 23.686 mensen gearresteerd vanwege het feit dat ze niet-geregistreerde gemeenten bezochten of er leiding aan gaven. Daarvan werden er 4014 naar heropvoedingskampen gestuurd. Van hen werden er 129 om het leven gebracht en 208 gearresteerden kwamen vrij maar hielden een handicap aan de martelingen over. Van de vrijgelatenen moeten 997 zich dagelijks bij de politie melden en 1040 gevangenen zijn na vrijlating ondergedoken om verdere vervolging te ontlopen. Bijna alle gevangenen, meer dan 20.000, zijn met stokken afgeranseld en de helft daarvan, ongeveer 10.000, heeft -veelal extreem hoge- boetes opgelegd gekregen.
De koude rillingen lopen over de rug, zoals de auteurs zelf schrijven, als je kennisneemt van de feiten, maar ook van het taalgebruik in de nu onthulde documenten. De top van de partij zit erachter en tot hen behoren mensen als Jia Chunwang, het voormalige hoofd van China’s gevreesde geheime dienst en de huidige minister van Openbare Veiligheid. Maar ook Luo Gan, lid van het politbureau en secretaris van de machtige commissie voor politieke en grondwettelijke zaken, hoort ertoe. In de stukken komen echter tevens opdrachten voor van Hu Jin-tao, de op een na belangrijkste man van de partij en vermoedelijke opvolger van president Jiang Zemin.
De auteurs hebben de regeringsstukken geanalyseerd en concluderen dat er een cynisch dubbelzinnig spraakgebruik gehanteerd wordt. Steun aan een kerk heet opeens steekpenningen geven, bemoediging van een christen heet opruiing en het bij elkaar komen in huisgemeenten wordt omschreven als illegale, criminele activiteit. In de dagelijkse Chinese praktijk betekent het dat er in heel wat gebieden nog wel een zekere vrijheid is, maar dat er maar iemand hoeft te roepen dat er in dorp of stad een niet-geregistreerde huisgemeente is, of de politie moet ingrijpen.
De auteurs schrijven niet concreet over verschillen in aanpak per provincie. Het is wel bekend dat in de ene streek de politie meer de ogen dichtknijpt dan in de andere. Er zijn enkele heel beruchte provinciebesturen. In andere streken staan openlijk niet-geregistreerde kerkjes. China’s ondergrondse kerk telt 60 tot 90 miljoen leden. Daarmee is ze een van de grootste ter wereld en zeker de allergrootste vervolgde kerk.
Het onderzoek en de publicatie vallen in twee delen uiteen. Het eerste is de publicatie van de officiële documenten en het tweede is een serie verhalen van ondergrondse christenen en hun vaak emotioneel en lichamelijk pijnlijke ervaringen. Velen zijn na marteling invalide geworden.
Volgens de auteurs denken insiders dat China’s lidmaatschap van de WTO (Wereldhandelsorganisatie) de vervolgingen eerder deed toe- dan afnemen. Verder schrijven zij dat Chinese christenen in hun gebeden nooit bidden of de vervolging zal stoppen, maar dat ze kracht naar kruis krijgen. Van dat kruis getuigen vele documenten, inclusief interviews met vervolgden.
De publicatie is verhelderend, omdat inzicht gegeven wordt in de denktrant van de communistische leiders, die teruggrijpen op uitspraken van Mao en inspelen op Chinese haatgevoelens tegen buitenlanders. Heel begrijpelijk wordt uitgelegd dat de erkende en gecontroleerde Drie-Zelf Kerk geen ander doel heeft dan de regeringspolitiek te ondersteunen en uit te dragen. Schokkend zijn in dit verband de uitspraken van de leiders van de Drie-Zelf Kerk: „God heeft de sleutel van het heil van de kerk afgenomen en aan de communistische partij gegeven.” Of de oproep aan de Drie-Zelf-kerkleden: „Christenen, verenig u met het volk, haat wat zij haten.” De Drie-Zelf Kerk vraagt absolute trouw aan de staat, ook theologisch gezien. Daarom vinden we zo veel christenen in huisgemeenten, aldus de auteurs.