Opinie

Breuk

3 May 2004 11:14Gewijzigd op 14 November 2020 01:11

Voor veel hervormde gemeenten was het zondag een dramatische dag. In gemeenten die voorheen eensgezind optrokken naar hetzelfde bedehuis, gingen nu meerderheden en minderheden gescheiden wegen. Dat grijpt diep in. De scheur loopt vaak dwars door familie en vriendenkring heen. Soms is het zelfs onmogelijk om in gezinsverband de eenheid te bewaren.Dorpsgemeenschappen waar de Hervormde Kerk, ondanks Afscheiding en Doleantie, haar centrale plaats had behouden (soms zelfs de enige kerk ter plaatse was) raken nu aan het begin van de 21e eeuw diepgaand verdeeld. En dat niet zozeer over de leer, maar over de vraag of men mee kan gaan in de gefuseerde kerk die per 1 mei is ontstaan.

Degenen uit de kring van de Gereformeerde Bond die in december vorig jaar tijdens de hervormde synode het fusiebesluit aan de vereiste tweederde meerderheid geholpen hebben, hebben daarmee een zware verantwoordelijkheid op zich geladen. Want juist ter rechterzijde in de Hervormde Kerk wordt de pijn geleden. Bij hen die meegaan met de PKN en bij hen die niet meegaan.

Het zal hervormden en gereformeerden die hooguit één keer in de maand naar de kerk gaan een zorg zijn of hun kerken nu samengaan of niet. Ze hebben daar toch niet zo veel binding mee. Het zijn juist de trouwe kerkgangers die zich bij deze zaken intens betrokken voelen en bij wie de emoties hoog oplopen.

De vele kerkscheuringen die zich in de loop der jaren in de gereformeerde gezindte hebben voorgedaan zijn immers de keerzijde van een grote betrokkenheid bij zaken van kerk en godsdienst. Zoals omgekeerd de dominante positie die de lutherse kerken in de Scandinavische landen getalsmatig innemen vooral een uiting is van ongeïnteresseerdheid in de leer en geringe betrokkenheid bij het kerkelijk leven. Over zaken die je slechts van marginale betekenis acht, ga je immers geen conflict veroorzaken.

De afgelopen maanden is op allerlei manieren geprobeerd om een dreigende breuk in de hervormd-gereformeerde gelederen te voorkomen. Het heeft niet zo mogen wezen. Nu is het van groot gewicht om de scheiding op een correcte manier af te wikkelen.

Al gaat het in de kerk om geestelijke zaken, bij kerkelijke conflicten zijn ook altijd hout en steen in het geding. En niet te vergeten eer en macht. Wie krijgt de kerkelijke goederen in bezit en wie mag de oude naam van het kerkverband blijven voeren? Zowel bij de Doleantie als bij de Vrijmaking als bij de scheuring van 1953 in de Gereformeerde Gemeenten leidde dat tot onstichtelijke taferelen en langlopende processen bij de burgerlijke rechter. Als er iets is wat de naam van de kerk in de maatschappij schade doet, is het dat wel.

Langdurige conflicten om de kerkelijke goederen vergroten ook alleen maar de kloof die geslagen is. Gezien de geestelijke pretenties die men voert, zou het toch mogelijk moeten zijn om tot een minnelijke schikking te komen. Dat lukt nooit als een van beide partijen het onderste uit de kan wil hebben. Maar als men zich ook maar enigszins de apostolische vermaning voor ogen stelt om liever schade en ongelijk te lijden, zou toch in allerlei gevallen een billijke oplossing te vinden moeten zijn.

Een complicerende factor daarbij is dat het bij hervormde dorpskerken vaak gaat om eeuwenoude centraal gelegen gebouwen, die een grote emotionele waarde vertegenwoordigen. In afgescheiden gemeenten is men veel minder gehecht aan het kerkgebouw.

De pretentie dat men de legitieme voortzetting is van de hervormde gemeente is gemakkelijker vol te houden wanneer men kan beschikken over de oude dorpskerk. Bij aarzelende gemeenteleden zal dat vaak de doorslag geven.

Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer