Column: Minder mobiliteit is in meer dan een opzicht wenselijk
Zevenhonderd, 800, 850, 900… De files op onze wegen worden dagelijks langer. Record na record wordt gebroken. Het is aansluiten en in de rij staan. Fileleed. Het begint almaar vroeger en eindigt steeds later. Als het nog een keer eindigt.
De grote wijzer van de klok in de auto prikt op zes. Voor ons vroeg in de morgen. De reis voert van Dordt naar Harskamp. Over twee weken hopen we er te wonen. Ter hoogte van Noordeloos gaat de vaart eruit. De matrixborden voorspellen weinig goeds: 70, 50, het verkeer stroopt op. Bij Amersfoort staat er op de andere weghelft een vrachtauto stil. Tot voorbij de afslag naar de A30 zit het verkeer muurvast. De vertraging loopt op tot ruim een uur, sombert de radio. Dat laatste is ook allang geen zeldzaamheid meer. Steeds meer medelanders delen iedere dag een vorm van lotsverbondenheid.
Met de winter voor de deur valt te vrezen dat er opnieuw records sneuvelen. Wij hopen tegen die tijd de snelweg wel weer verlaten te hebben…
De gewezen diplomaat jhr. mr. C. van Nispen enz. schreef ruim vijftien jaar geleden een opmerkelijk boek: ”De dans om het gouden kalf. Index van een uitzichtloze situatie’. Een van de knelpunten die hij aan de orde stelt is de hoge bevolkingsdichtheid. Gerenommeerde autoriteiten die grote problemen voorzagen bij verdere bevolkingsgroei in het toch al krap bemeten Nederland, worden opgevoerd. Onder anderen dr. W. Drees sr.
Tegen het eind van de vorige eeuw werd dat onderwerp taboe verklaard. Nederland was nog lang niet vol. Daar komt bij dat de afstand tussen wonen en werken ook almaar groter werd. Dat betekent toenemend autogebruik.
Hoe denkt de overheid verdere belasting van het wegennet het hoofd te bieden? Door rekeningrijden in te voeren? Door nog meer asfalt te storten? Zal het de doorstroming op onze volgestouwde wegen bevorderen? Dat er dringend oplossingen nodig zijn is duidelijk. Meer gebruik van het spoor kan een oplossing zijn. Het zou de belasting van het milieu ten goede komen, alleen al door een aanmerkelijk lagere CO2-uitstoot. Weegt het Bijbelse rentmeesterschap ons zwaar, dan zullen we onze ecologische voetafdruk zeker willen verkleinen. Probleem van het spoor zijn echter overvolle treinen en veel treinuitval. De luid bejubelde concurrentie, ofwel de vermarktingswaan, kwam de kwaliteit van reizen niet ten goede. Beeld ik me in dat voor die tijd de treinen niet alleen op tijd reden, maar ook nog schoon waren?
Wellicht moeten we dringend de afstand tussen wonen en werken weer verkleinen. Minder mobiliteit is in meer dan een opzicht wenselijk. Het is voor alles en iedereen beter.