Daar blijft het niet bij, het boek stuurt kinderen ook nadrukkelijk naar buiten om aan de hand van eenvoudige aanwijzingen de sterrenbeelden en de planeten aan de nachtelijke hemel te ontdekken. Dat levert een spannende ontdekkingstocht op, ook omdat de auteur uitgebreid stilstaat bij de oude mythen en legenden waar sterrenbeelden naar zijn genoemd.

De schrijver besteedt opvallend veel aandacht aan Pluto. Deze dwergplaneet is helemaal geen planeet en mag sinds 2006 ook niet meer zo heten. In het boek wordt hij (op één uitzondering na) wel zo genoemd. Hoe dat komt, blijkt uit het colofon: het boek is een vertaling van een Amerikaanse uitgave uit 2004. Voor de sterrenkunde is dat lang geleden. Dan kan het gebeuren dat de auteur spreekt over onderzoekers die een ruimtesonde willen laten landen op de Saturnusmaan Titan, terwijl dat in 2005 al is gebeurd.

Het is fijn dat een christelijke uitgever weetgierige kinderen uit zijn achterban wil bedienen. Boeken over sterrenkunde zijn vrijwel zonder uitzondering doordrenkt van evolutionistisch gedachtegoed. Des te opmerkelijker is het feit dat God in deze uitgave de grote afwezige is. Tenminste, in de geschreven tekst. Tussen de regels door proef je op iedere bladzijde de schoonheid en onmetelijkheid van de schepping.

Boekgegevens

”Sterren kijken voor beginners”, Michael Driscoll; uitg. Callenbach, Utrecht, 2016; ISBN 978 90 435 2675 3; 93 blz.; € 17,99 (na 20 december € 22,99).