Dat concludeert ds. F. Mulder. De predikant uit Rhenen keerde vrijdag terug van een bezoek aan Cuba. Hij was ruim een week op het Caraïbische eiland voor een visitatiereis namens het deputaat­schap voor hulpverlening in bijzondere noden van de Gereformeerde Gemeenten.

Ds. Mulder was in Cuba samen met projectcoördinator Bertine Vermeer van Bijzondere Noden en deputaat M. de Visser uit Leerdam. Deze laatste twee bezochten voorafgaand aan het bezoek aan Cuba Haïti, dat ook zwaar getroffen werd door de orkaan. De tropische cycloon –die 1039 mensen het leven kostte– kwam op 4 oktober aan land in Haïti en een dag later in Cuba.

Al gepland

Volgens ds. Mulder stond het visitatiebezoek al op de planning voordat Matthew over het gebied raasde. „Een van de kerken in het westen van Cuba wordt al langere tijd ondersteund door Bijzondere Noden. Ons bezoek was bedoeld om kennis te nemen van wat er is gedaan met het geld dat we geven. Daarnaast hebben we overlegd over hoe we in de toekomst steun kunnen bieden.”

In het oosten van Cuba zag de Nederlandse delegatie met eigen ogen de verwoestende effecten van de orkaan. Ds. Mulder: „De ramp is nu zo’n zes weken geleden. De ergste rommel is opgeruimd, maar we zagen kale kokos­palmen en huizen zonder daken, met soms alleen een zeiltje erover ter bescherming tegen de regen. Als je dan bedenkt dat het na de cycloon nog flink heeft geregend, is het wel duidelijk dat de toestand soms erbarmelijk is.”

Oogsten verloren

Onder begeleiding van Juan Carlos, die voor de Spaanse Evangelische Zending (SEZ) werkt, ontmoette ds. Mulder een ouder echtpaar dat tijdens de orkaan schuilde in een schoolgebouw, omdat het daar veiliger was dan in hun eigen woning. Toen ze hun huis terug­zagen, was er weinig van over. „Dat greep me aan. Deze mensen hadden al bijna niets. Door de orkaan zijn ook oogsten verloren gegaan. Groenten zijn daarom schaars.”

De predikant zag hoe er in een dorp bouwmaterialen werden aangeboden door de overheid. „De regering betaalt de helft, de andere helft moeten mensen zelf bekostigen. Geld daarvoor hebben ze niet, dus moeten ze dat lenen bij de overheid.” Een deel van de noodhulp van Bijzondere Noden wordt daarom besteed aan het beschikbaar stellen van bouwmaterialen. Het andere deel is bestemd voor bijvoorbeeld voedsel en matrassen.

Handen uit de mouwen

Mensen in Cuba steken de handen uit de mouwen, constateert ds. Mulder. Dat is ook het geval bij de andere projecten die werden bezocht, bijvoorbeeld een dag­opvang voor bejaarden, die gebouwd is met geld van Bijzondere Noden en Draagt Elkanders Lasten, de stichting waarmee deze krant humanitaire doelen steunt. „Ouderen krijgen er dagelijks eten, daarnaast wordt er via de kerk ook thuiszorg geboden.”