Een economie met begrip voor elkaar
Mijn dochter is acht. Geboren in het laatste jaar dat we met optimisme naar de toekomst keken. Obama werd president. Een week voor de val van Lehman Brothers. Niet dat ze daar iets van heeft meegekregen.
Maar ze heeft nu wel meegekregen dat Donald Trump president wordt. En ze heeft ook al een paar keer gevraagd of er een derde wereldoorlog komt.
De wereld is gedurende het leven van mijn dochter behoorlijk veranderd. En er niet bepaald leuker op geworden. Groepen in de samenleving staan zonder begrip tegenover elkaar. Die tegenstellingen hebben uiteindelijk hun basis in het feit dat we niet de moeite nemen elkaar te begrijpen. En dat hebben we toch echt nodig.
Met doemanalyses staan de kranten na de verkiezing van Trump vol. Logisch. Ook ik was een paar dagen van mijn stuk. Ook ik maak me grote zorgen over klimaatbeleid, geopolitieke onrust, populisme in Nederland en Europa. Maar ik kan het in mijn eentje niet veranderen. En dat geldt voor veel mensen.
Wat we als samenleving wel kunnen doen, is trachten elkaar beter te begrijpen. Een van de belangrijkste redenen waarom mensen gaan stemmen op populisten als Trump, Wilders of Le Pen, is teleurstelling. Ze zijn erin teleurgesteld dat de welvaart toch niet zo snel stijgt als ze hadden verwacht. Of beter gezegd: op hadden gerekend. Dat voelt voor velen als onrechtvaardig. Er wordt iets afgepakt, is het idee. Terwijl het enige wat wordt afgepakt een verwachting, nee, een illusie is.
Dan helpt het niet om te zeggen dat Nederland een fantastisch zorgstelsel heeft of een van de beste pensioenstelsels in de wereld. De ervaring van mensen is vooral dat wordt gekort op pensioenen, dat de AOW-leeftijd omhooggaat, de zorgkosten stijgen en het pakket verschraalt. Hou dan maar eens vol dat het zo goed gaat. En daarbij kan ons land in alle internationale vergelijkingen wel een hoge kwaliteit van leven hebben en gelukkige inwoners, maar het chagrijn van alledag laat toch wat anders zien.
Wat is dan de oplossing? Een klassiek rawlsiaanse aanpak kan hierbij helpen. De politiek filosoof John Rawls betoogde dat een rechtvaardige verdeling van welvaart kan worden bereikt als iedereen zijn eigen positie in de welvaartsverdeling niet kent, maar achter een ‘sluier van onwetendheid’ bepaalt wat hij of zij rechtvaardig vindt. Het oordeel dat we dan geven over de welvaartsverdeling is onafhankelijk van eigenbelangen of verwachtingen. Een sociaal contract waar iedereen zich in kan vinden als men afziet van het eigenbelang.
In de praktijk gaat dit ons natuurlijk niet lukken. Zeker in deze tijd is het niet zo vanzelfsprekend dat we ons met iets anders bezighouden dan ons eigenbelang. Ik stel daarom een verplichte grote roulatie voor. Een sociale dienstplicht voor iedereen onder andere, van oud tot jong, met als enige doel je te verdiepen in een groep in de samenleving waar je niets mee hebt. Een paar weken maar.
Voorman Krol van 50PLUS gaat bijvoorbeeld een tijdje met studenten mee studeren en werken, en zal ervaren dat zo’n sociaal leenstelsel en het vooruitzicht nog heel lang te moeten werken toch wel lastig zijn. Jongeren op hun beurt gaan bij gepensioneerden langs om begrip te krijgen voor de last dat je ergens op hebt gerekend tijdens je pensionering en het toch anders uitpakt. Wilders loopt een tijdje mee met een groepje moslims in de Haagse Schilderswijk. Dat werk.
In een samenleving die volgens alle beschikbare cijfers tot een van de meest gelukkige en welvarende behoort, zou het heel armoedig zijn als we alleen maar bezig waren met meer materiële welvaart als antwoord op maatschappelijke onvrede. Dat maakt het verdelingsprobleem wel minder lastig, maar lost het achterliggende probleem niet op: we hebben geen begrip voor de positie van de ander.
Uitleggen, voorbeelden geven en meer begrip voor elkaar. Het klinkt zo gemakkelijk. Maar in deze tijd blijkt niets moeilijker te zijn. Want ik wil niet dat mijn dochter de volgende keer weer begint over een nieuwe oorlog.
De auteur is hoofdeconoom Nederland van de Rabobank.