„Er zal een prijs worden betaald voor deze brandstichtingsterreur”, waarschuwde Netanyahu. „Het is nog niet mogelijk om vast te stellen of het georganiseerd is, maar we zien dat een aantal cellen actief is.” De branden woeden ondertussen voort en de Israëlische brandweer heeft hulp gekregen uit Griekenland, Cyprus, Rusland, Kroatië, Italië en Turkije.

Ook politiechef Roni Alscheich gaat ervan uit dat de branden zijn aangestoken. „We gaan ervan uit dat de gevallen van brandstichting ingegeven zijn door nationalistische motieven”, zei hij donderdag. Israëlische media spreken van een ‘vuurintifada’ van Palestijnen. Of de arrestanten inderdaad Palestijnen zijn is niet duidelijk, maar Erdan zinspeelde daar wel op. Hij sprak van „minderheden”, wat over het algemeen een verwijzing is naar Arabische Israëliërs of Palestijnen. De politie wilde hier verder echter niets over zeggen.

De branden woedden in verscheidene delen van het land, waaronder in de omgeving van Nazareth en Jeruzalem. De grootste brand woedde bij de havenstad Haifa. Daar moesten tienduizenden mensen worden geëvacueerd. Haifa telt ongeveer 270.000 inwoners en is de derde grootste stad van Israël.