Suriname heeft vandaag weinig te vieren
Suriname werd vandaag precies 41 jaar geleden onafhankelijk van Nederland. Maar het land is nu afhankelijker dan ooit en heeft buitenlandse steun nodig om niet ten onder te gaan.
Ook al zouden veel Surinamers in de stemming zijn om feest te vieren, dan kunnen ze dat niet omdat ze geen geld hebben. Sinds de laatste onafhankelijkheidsviering is de waarde van de Surinaamse dollar gehalveerd en de koopkracht met 70 procent afgenomen.
De onafhankelijkheidsviering is voor veel Surinamers al enkele jaren toch al niet meer zo aanlokkelijk als voorheen. President Desi Bouterse besloot na zijn aantreden in 2010 dat de festiviteiten zich niet meer zouden concentreren in Paramaribo, maar dat die verplaatst moesten worden naar de dunbevolkte districten. Dit jaar is het district Commewijne aan de beurt, op enkele tientallen kilometers van de hoofdstad.
In Paramaribo zelf valt vandaag weinig te beleven, afgezien van de traditionele eetstandjes die in het centrum langs de kant van de weg worden gezet. „Dat is niet echt gezellig”, zegt Stella Welzijn. „Ik ben vorig jaar geweest, maar er is totaal geen sfeer. Dit jaar ga ik dan ook niet.” De waarde van haar inkomen van 2500 Surinaamse dollars per maand heeft ze door de devaluatie in een jaar tijd zien krimpen van 600 naar 300 euro. „Ik betaal alleen al aan huur 175 euro per maand. Van de rest moet ik mijn gezin zien te onderhouden en alle andere maandelijkse lasten betalen. Dat kan gewoon niet, zelfs een cola voor de kinderen kan er niet vanaf.”
De situatie van Welzijn is geen uitzondering. Betrouwbare cijfers ontbreken, maar de schatting is dat als gevolg van de crisis ruim de helft van de bevolking iedere maand de eindjes niet of nauwelijks aan elkaar kan knopen. Sinds het aantreden van Bouterse is het destijds redelijk welvarende Suriname terechtgekomen in de diepste crisis sinds de jaren tachtig van de vorige eeuw. De voornaamste oorzaken zijn wanbeleid en corruptie, waardoor de bodem van de staatskas is bereikt. Om het land nog enigszins draaiende te houden, worden honderden miljoenen euro’s geleend bij het Internationaal Monetair Fonds. „Er zijn mensen die vinden dat we nooit onafhankelijk hadden mogen worden”, zegt Welzijn. „Daar ben ik het niet mee eens. Ik ben trots op onze onafhankelijkheid, maar we hadden nooit moeten toestaan dat Bouterse president kon worden. Wat mij nu het meeste stoort is dat voor de viering in Commewijne veel geld wordt uitgegeven, terwijl het volk krom ligt.”