Dans en drama in de eredienst: mag dat?
Op tafel ligt nu een studie naar de vraag of het karakter van de gereformeerde eredienst zich verdraagt met het gebruik van dans en drama in de erediensten. Deputaten eredienst zijn onderling sterk verdeeld. Ouderling E. C. Bin, ds. H. D. Rietveld, ds. C. J. Droger en K. A. Visser vinden dat het gebruik van dans in de eredienst zich niet verdraagt met het gereformeerde karakter van de eredienst, maar dat met deze uitspraak geen negatief oordeel wordt gegeven over diensten in zendingsgemeenten of diensten in kerken in het buitenland waarmee de CGK verbonden zijn, die plaatsvinden in een geheel andere culturele context.
Deputaten ds. M. Groen en ds. D. J. K. G. Ruiter vinden dat het in de vrijheid van de kerken moet worden gelaten gebruik van dans in de eredienst gebruik te maken. Hetzelfde geldt –ook volgens ouderling Bin– voor drama in de kerk. De overige deputaten zijn daarop tegen.
Ik vrees dat dit alles ten koste gaat van waar het in de eredienst om gaat: de verkondiging van het Woord.
Er melden zich heel wat synodeleden die het woord willen voeren. Voor dr. J. W. van Pelt (Oud-Beijerland) is het duidelijk: er is Bijbels gezien onvoldoende basis om dans en drama een plaats in de eredienst te geven. „Ik vrees dat dit alles ten koste gaat van waar het in de eredienst om gaat: de verkondiging van het Woord.”
Ds. A. A. Egas (Nieuwkoop) vindt het „onbegrijpelijk” dat in het deputatenrapport het heilig avondmaal wordt vergeleken met drama.
Ds. W. van ’t Spijker (Hilversum) vraagt zich af of de kerken ermee gediend zijn als de synode een uitspraak hierover doet.