Tegen de elite
Het is de schuld van de elite. Wat? Alles. Alle problemen waarmee we in onze moderne maatschappij worstelen. Althans, dat willen nogal wat politici ons wijsmaken. Donald Trump kon alleen maar verkozen worden omdat hij zich keerde tegen de politieke elite in Amerika. Tegen de mensen van het grote geld.
Eerder zou de brexituitslag, waarmee een meerderheid van de kiezers in het Verenigd Koninkrijk koos voor het verlaten van de Europese Unie, ook een stem zijn geweest tégen de elite. Politici als Farage in Engeland, Wilders in Nederland, Le Pen in Frankrijk en Trump in Amerika luisteren eindelijk naar de gewone man. Naar die miljoenen mensen naar wie nimmer geluisterd is door de gevestigde politiek.
Inmiddels hebben ook de media het boetekleed aangetrokken. Ze hebben de tijdgeest niet verstaan, hebben niet geluisterd naar de gewone mensen, richtten zich te veel op de elite en zijn nu eindelijk bij zinnen gekomen door de verkiezing van Trump. Je hoeft de radio maar aan te zetten of het schuldbeklag golft over je heen. Iedereen heeft het verkeerd gedaan en niet geluisterd naar wie geluisterd moest worden.
Zou het? Die vraag mag eigenlijk niet worden gesteld, maar hij is wel uiterst actueel. Is de keuze voor een brexit een stem tegen de elite? Is de verkiezing van Trump een keus tegen de heersende klasse? En wordt er inderdaad niet geluisterd naar de gewone man of vrouw? En zijn de politici die zich zeggen te verzetten tegen de elite zelf dan geen onderdeel van die elite?
Het antwoord is eenvoudig en complex tegelijk. Ja, er wordt door politici in nogal wat gevallen onvoldoende geluisterd naar de gewone burgers. Mensen die hard werken, die netjes hun belasting betalen en rekening houden met hun medemensen. Maar tegelijk kun je ook constateren dat de politici die zich zo verzetten tegen de elite zelf in álle opzichten onderdeel zijn van die elite. Geert Wilders maakt als politicus al vele jaren deel uit van het politieke establishment. Miljardair Trump behoort tot de top van het bedrijfsleven.
En dan hebben we het nog niet gehad over UKIP, de partij die in Engeland een voortrekkersrol vervulde in de brexitcampagne. En over de voormalige leider van die partij, Nigel Farage. De man die spuugt op alles wat met de Europese Unie te maken heeft, maar als EU-parlementariër wel een flink salaris opstrijkt en er niet over piekert om z’n zetel op te geven. Een onderzoek heeft nu bovendien aangetoond dat zijn partij subsidiegelden van de EU oneigenlijk heeft gebruikt.
Reden genoeg dus om het roeptoeteren van deze mensen te ontmaskeren. Ze zijn zelf namelijk in alles onderdeel van de elite die ze zeggen te bestrijden.
En wat de zwijgende meerderheid betreft die ze stem zeggen te geven: die is nooit meer en duidelijker in beeld geweest dan de afgelopen tijd. En lang niet in alle gevallen was die aandacht zinvol. De zwijgende meerderheid zwijgt niet zelden met reden. Ze spreekt bovendien iedere vier jaar in het stemhokje. En laten door hen gekozen politici het debat voeren in het parlement op grond van kennis en argumenten. Zó werkt dat in een democratie.