Snelheid in 30-kilometerwijken ligt veel te hoog

In de afgelopen jaren is het aantal 30-kilometerzones flink uitgebreid. Het verlagen van de snelheid moest het verkeer voor fietsers en voetgangers veiliger maken.

29 April 2004 19:45Gewijzigd op 14 November 2020 01:11

Woonbuurten zouden veilige plekken, worden waar kinderen zelf op de fiets naar school kunnen en waar voetgangers ruim baan krijgen. De realiteit laat echter een heel ander beeld zien. Het aantal dodelijk verongelukte kinderen tot 12 jaar verdubbelde in 2003 van 19 naar 42. Het aantal dodelijke slachtoffers op 30-kilometerwegen steeg in datzelfde jaar van 27 naar 47. Hoezo veilige buurten?

In maart en april hebben 3VO-vrijwilligers de snelheid van auto’s in 30-kilometerwijken gemeten. De resultaten zijn onthutsend. Uit de metingen blijkt namelijk dat maar liefst 85 procent van de automobilisten te hard rijdt. En niet zomaar een beetje te hard, meestal gaat het om 10 tot 20 kilometer per uur te snel. Waarom doen mensen dat? „Mijn auto kan geen 30”, krijgen wij wel eens te horen. Of: „Dertig is wel heel langzaam.” Het zegt iets over de mentaliteit van de autobestuurder.

Als mensen in een auto stappen, willen ze snel rijden. Dat 30 kilometer per uur in een wijk wel degelijk snel is, blijkt als je op de fiets zo hard probeert te gaan. Je moet een heel sportief type zijn, wil je die snelheid bereiken. Het blijkt ook als je opeens voor een spelend kind moet stoppen. Met 50 kilometer per uur wordt de remweg fors langer en is de schade vele malen groter.

Kortom, 30-kilometerzones zijn een prima manier om het verkeer veilig te maken, mits automobilisten de limiet ook daadwerkelijk respecteren. De ervaring leert dat daarvoor inrichting en handhaving noodzakelijk zijn. Een goed ingerichte weg dwingt de bestuurder langzaam te rijden. In een kronkelende, smalle straat met klinkers rijdt iemand nu eenmaal zachter dan op een kaarsrechte asfaltweg. 3VO ijvert er in vele gemeenten voor om de 30-kilometerzones goed in te richten. Alleen dan verdienen ze het predikaat veilig. Geldgebrek bij gemeenten leidt er echter nog veel te vaak toe dat de wijken alleen opgesierd worden met het bordje 30 en hier en daar een drempel.

De politie op haar beurt doet weinig of niets aan snelheidscontroles in 30-kilometerzones. De prioriteiten worden vaak elders gelegd. Daarnaast vindt de politie dat wijken eerst goed ingericht moeten worden, omdat de gemeente de verantwoordelijkheid voor handhaving anders wel heel makkelijk doorschuift. Misschien een logische redenering vanuit het perspectief van de politie, maar de buurtbewoners zijn vervolgens de dupe. In heel veel wijken moeten ouders hun kinderen uitleggen dat het misschien wel veilig lijkt, maar dat het tegendeel waar is. De wereld op z’n kop.

Samen met 3VO en de gemeente is er vaak wel een verbetering te realiseren. Daarbij is het belangrijk dat veel buurtbewoners zich uitspreken voor meer veiligheid in hun wijk. En tot slot kunnen we zelf ook iets doen. Elkaar aanspreken op te hard rijden bijvoorbeeld. Maar vooral ook zelf de snelheidslimiet in de gaten houden. Niet ronkend optrekken maar in de tweede versnelling rustig de wijk uitrijden, ook al zou het veel sneller kunnen.

Heleen Rijnkels, 3VO.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer