Groot in stelen voor schop en schoffel
De geur van hout vult de productiehal van Talen Tools. Machinegeraas tart de trommelvliezen. Voor het oog veranderen gezaagde boomstammen stapje voor stapje in gladde stelen. Ronde en ovale, kromme en rechte stelen maken harken, spades en schoffels tot hanteerbaar gereedschap.
Een werknemer van Talen Tools markeert met een stift de ruwe vorm van een steel op een plank essenhout van 4 centimeter dik. De totale oppervlakte is precies groot genoeg voor zeven stelen. Een collega verzaagt de plank met vaardige hand tot vierkante stokken. Terwijl de houtkrullen rondvliegen, zorgt een andere machine voor de ronde vorm. Na twee schuurbehandelingen ontstaat een glad oppervlak. Een uurtje baden in was geeft de steel extra glans. Het product is klaar voor bevestiging aan schop of schoffel.
Directeur J. Talen praat met liefde over zijn vak, terwijl hij met zijn hand over een gladde steel strijkt. „Essenhout levert de beste stelen. Hoe breder de jaarringen van deze boom, des te beter de kwaliteit. Een Franse es afkomstig van kleigrond is helemaal perfect.”
De kwaliteit staat of valt met de houteigenschappen. „Is het hout te droog, dan knapt het als een lucifer af. Bij te veel vocht rammelt de schop echter aan de steel. De jaarringlijn moet zo veel mogelijk met de steel meelopen. Staan ze dwars, dan breekt hij eerder.”
De ervaring met het houten product gaat terug tot 1919. Na de Eerste Wereldoorlog zoekt grootvader Talen werk. Hij bekwaamt zich in het maken van houten stelen. Het afzetgebied beperkt zich tot Staphorst en omgeving.
De intrede van een zaagmachine verlicht het werk voor korte tijd. Bij het begin van de Tweede Wereldoorlog begraven de Talens de machine, uit angst voor Duitse hebzucht. Na de oorlog maakt de machine veel handwerk opnieuw overbodig.
De zes zonen nemen de liefde voor hout van hun vader over. De werkzaamheden verbreden zich, van meubels tot gereedschappen maken. De huidige directeur komt in de jaren zestig het bedrijf van zijn vader binnen. Vader en zoon richten zich op tuingereedschap. Sinds september vorig jaar biedt een nieuw pand op het industrieterrein plaats aan de opslag en distributie.
Het familiebedrijf maakt alleen de stelen zelf. De harken, schoffels en spades importeert Talen uit diverse landen in de wereld. De assemblage is weer in Staphorster handen. Het assortiment omvat ruim 1000 artikelen. „We verkopen alles wat aan een steel zit.”
De producten vinden hun weg naar tuincentra, ijzerwarenhandels en bouwmarkten in heel Nederland. Soms met het label van Talen Tools, maar ook met een sticker van bijvoorbeeld Intratuin of Europatuin. „We bedienen 95 procent van de tuincentra en proberen zo het grote publiek te bereiken. Daar passen we de prijstelling op aan. Ons marktaandeel schommelt tussen 15 en 20 procent.”
De maanden maart, april en mei zijn tropenmaanden voor de achttien werknemers van het bedrijf uit Staphorst. Talen ziet het seizoen wel iets langer worden. „Vroeger bood mijn vader zich in de herfstmaanden aan als dorsmachinist om geld te verdienen. Tegenwoordig werken mensen ook in de herfst in de tuin.”
Kwaliteit staat hoog in het vaandel. „We profiteren daarbij van onze vestigingsplaats Staphorst. Consumenten leggen bij het horen van deze plaats de link met tradities. En achter tradities gaat in hun ogen kwaliteit schuil.”
Een test in de jongste Consumentengids geeft de directeur gelijk. Een takkenschaar uit Staphorst komt als tweede uit de bus. De Duitse concurrent Wolf strijkt met de hoogste eer, maar Talen laat grote namen als Gardena achter zich.
Talen probeert regelmatig nieuwe producten op de markt te brengen. Tuingereedschap voor kinderen is al een aantal jaren populair. „Vorig seizoen kwamen we met de onkruidborstel. Dit is een steel met een staalborstel waarvan de staaldraden in een punt lopen. Onkruid wegkrabben tussen de stenen wordt zo een fluitje van een cent.”
Sommige producten blijven hetzelfde. „Vroeger hebben arbeiders echt wel nagedacht hoe je het best een schop kunt maken. Zij stonden dagelijks met dit gereedschap in de handen en hebben er vele versleten. Dat kunnen wij niet verbeteren.”
Een productlijn met roestvrijstalen tuingereedschap blijkt een flop. „Het gereedschap glimt en het blinkt en het roest niet. Het verkoopt echter ook niet. We hebben de hele partij verkocht aan een bedrijf in België bij de Franse grens. Daar zijn mensen gevoeliger voor het uiterlijk. Nederlanders zijn daar te nuchter voor.”
Talen Tools verkoopt steeds minder losse stelen. „Vroeger zagen mensen schop en steel als twee artikelen. Nu zeggen mensen dat de schop kapot is als alleen de steel is gebroken.”