Wall Street besluit week met klein verlies
De Amerikaanse aandelenmarkten verloren vrijdag licht terrein. Vooral bedrijven in de gezondheidsbranche waren uit de gratie. De belangrijkste graadmeters bleven evenwel dicht bij hun records, en sloten ook hoger dan een week eerder, toen de verkiezingszege van Donald Trump de handel een stevige impuls gaf.
Alle drie de toonaangevende graadmeters eindigden met een verlies van 0,2 procent. De Dow-Jonesindex met de dertig grootste Amerikaanse beursfondsen kwam daarmee op 18.868,00 punten, de bredere S&P 500 op 2181,91 punten en de technologiegraadmeter Nasdaq op 5321,51 punten.
Beleggers letten onder meer op uitlatingen van centrale bankiers. Voorzitter Janet Yellen van de Federal Reserve, de Amerikaanse koepel van centrale banken, liet donderdag al doorschemeren dat een renteverhoging weleens zeer nabij zou kunnen zijn. Ook andere Fed-bestuurders hintten vrijdag voorzichtig op een rentestap in december.
Farmaceut Merck was de sterkste daler bij de hoofdfondsen met een verlies van 1,3 procent, samen met producent van was- en verzorgingsproducten Procter & Gamble. Johnson & Johnson, een branchegenoot van Merck, moest 1 procent inleveren. Boven aan de Dow stond olieconcern Chevron met een winst van 1 procent. Vliegtuigbouwer Boeing kreeg er 0,7 procent bij.
Vooral de modebranche wist de ogen op zich gericht. De kledingbedrijven Gap en Abercrombie & Fitch kwamen allebei met resultaten die beleggers niet konden bekoren, en zagen respectievelijk 16,6 en 13,8 procent van hun beurswaarde verdampen. De cijfers van sportschoenenverkoper Foot Locker werden beloond met een winst van 0,6 procent.
Salesforce.com bleef met een winst van 3,4 procent eveneens aan de goede kant van de streep. De leverancier van bedrijfssoftware boekte afgelopen kwartaal verrassend goede resultaten, die ook nog aanleiding gaven de verwachtingen voor heel 2016 op te krikken.
De euro was 1,0595 dollar waard, tegen 1,0590 dollar bij het slot van de Europese beurzen. De prijs van een vat Amerikaanse olie steeg 0,3 procent naar 45,57 dollar. Brentolie werd 0,7 procent duurder en bracht per vat van 159 liter 46,79 dollar op.