Wilders kan zich zonder protest in Kamer heel goed handhaven
PVV-Kamerlid Agema had donderdag plotseling een agendaprobleem. Ze zat midden in een commissievergadering over verpleeghuiszorg, alwaar ze fel van leer trok tegen staatssecretaris Van Rijn, toen ze opeens een andere verplichting had. Ze verliet de vergaderzaal –de commissie en staatssecretaris in verwarring achterlatend– om twee minuten later op te duiken in de plenaire vergaderzaal van de Tweede Kamer.
Agema nam daar deel aan een actie van de PVV die uniek is in de parlementaire geschiedenis. Samen met haar fractiegenoten ontrolde ze een spandoek met daarop een beeld van hun leider van wie de mond was afgeplakt. Daarmee protesteerden de PVV-parlementariërs tegen de eis die de officier van justitie kort daarvoor in het proces tegen Wilders had geformuleerd: een boete van 5000 euro vanwege zijn ”minder Marokkanen”-uitspraak. De vrijheid van meningsuiting wordt om zeep geholpen zo vindt de PVV.
Kamervoorzitter Arib maakte korte metten met het protest. Een bode voerde het spandoek af. De Kamer is niet de plaats voor dit soort acties, zo stelde Arib. En gelijk heeft ze. In het parlement mogen meningen botsen, daar kan worden gedebatteerd op het scherp van de snede. Maar de politieke verschillen kunnen en mogen alleen worden uitgevochten in een verbaal duel. Gebruik van andere methoden past niet binnen een fatsoenlijk parlementair overleg.
Wie dat wel wil, zet de deur open voor toestanden die in soms in parlementen van derdewereldlanden plaatsen hebben: opstootjes of heuse knokpartijen. Het is daarom van belang dat de grens van het toelaatbare zorgvuldig wordt bewaakt. Wie daar welbewust overheen gaat, krijgt op zijn minst de schijn tegen aan te sturen op opruiing.
PVV-leider Wilders heeft het ook niet nodig om gebruik te maken van opruiende hulpmiddelen. Hij is verbaal zeer sterk, kan goed argumenteren en debatteren. Hij hoeft ook niet bang te zijn onvoldoende aandacht te krijgen. Vrijwel elke uitspraak van hem haalt de pers.
Bovendien kan zeker niet worden ontkend dat Wilders met grote regelmaat thema’s aansnijdt die in brede lagen van de bevolking leven. De leider van de PVV weet beter dan veruit de meeste volksvertegenwoordigers de onvrede te verwoorden. Ook al behoeft men het niet altijd met zijn oplossingen eens te zijn, dan is het toch zinvol om naar hem te luisteren.
Dat de eis van de officier van justitie bij de PVV-fractie verkeerd valt, is niet verwonderlijk. Zij voelt zich beperkt in haar vrijheid van meningsuiting. De vraag is of dit werkelijk zo is. Binnen de muren van het Kamergebouw kan Wilders vrijwel alles zeggen. Daar heeft een Kamerlid immuniteit. De kwestie waar het bij het proces om gaat, is of een parlementariër datzelfde buiten de Kamer ook mag. Daarover moet duidelijkheid komen.
Als Wilders, wat nog altijd kan, wordt vrijgesproken, dan betekent dit dat iedereen overal vrijwel alles mag roepen. Dat heeft een gevaar in zich. Dan kan opruiing door wie dan ook heel moeilijk worden aangepakt.