Groen & duurzaamheid

Zand beschermt vogeleiland Griend

Het vogel­eiland Griend, bij Terschelling, is voorlopig behoed voor verdwijning. Natuurmonumenten, de beheerder van het eiland, heeft honderd kuubs zand laten aanbrengen aan de westkant van Griend. De afronding van de megaklus valt samen met een jubileum: deze week beschermt Natuurmonumenten het vogelreservaat precies honderd jaar.

Redactie regio
17 November 2016 21:32Gewijzigd op 16 November 2020 08:39
Met het opspuiten van zand en een schelpenrug, is het voortbestaan van vogeleiland Griend voorlopig weer verzekerd. Maandag was het 100 jaar geleden dat Natuurmonumenten de bescherming van het eiland op zich nam.  beeld Jasper Doest
Met het opspuiten van zand en een schelpenrug, is het voortbestaan van vogeleiland Griend voorlopig weer verzekerd. Maandag was het 100 jaar geleden dat Natuurmonumenten de bescherming van het eiland op zich nam.  beeld Jasper Doest

Griend kalft al jaren aan de westkant af. Het gaat daarbij om meerdere meters per jaar. In de winter van 2015 en 2016 ging er bijvoorbeeld in vier maanden tijd 32 meter verloren. Natuurmonumenten vreesde voor het voortbestaan van de zandplaat. Het eiland, dat ongeveer 1 vierkante kilometer groot is, is van levensbelang voor tienduizenden broedvogels en honderdduizenden trekvogels.

Het zand dat dit jaar is opgespoten, is afkomstig van vaargeulonderhoud aan de Blauwe Slenk, een vaarwater in de buurt van Griend. Het zand is aan de westkant als een brede, langzaam oplopende oever aangelegd. Op de oever zijn schelpenruggen aangebracht. Op die manier willen Natuurmonumenten en Rijkswaterstaat aansluiten bij de natuurlijke werking van Griend.

Oorspronkelijk bestond het eiland uit een halfronde wal, opgebouwd uit schelpen, plantenresten en zand. Binnen de bescherming van deze wal ligt de kwelder, die door in- en uitstromend zeewater langzaam opslibt.

Met stormen wordt er in de natuurlijke situatie nieuw schelp- en plantenmateriaal aangevoerd en rolt de wal zich langzaam op over de kwelder.

De nieuw aangelegde brede oever geeft de kwelder van Griend extra tijd om op te slibben en steviger te worden. Daarnaast werden de broedplekken voor de sterns verbeterd door delen van het eiland te plaggen. De komende vier jaar volgt er wetenschappelijk onderzoek naar het functioneren van Griend.

Natuurmonumenten nam op 14 november 1916 het beheer van het onbewoonde Waddeneiland op zich. Het begon met de bescherming van broedende sterns op het eilandje tussen Harlingen en Terschelling. Het eiland was staatsdomein, maar het gras behoorde aan een combinatie van eigenaren. Na lang onderhandelen wist Natuurmonumenten het recht op het gras voor 1000 gulden te kopen. Het was de bedoeling van Natuurmonumenten om zo veel mogelijk verstoorders van het eiland te weren. Sindsdien waken vogelwachters over de rust op het eiland.

In de eeuw die volgde doken nieuwe bedreigingen op die het voortbestaan van de broedende vogels in gevaar brachten. De vogels kregen te maken met eierroof, verstoring door straaljagers, vergiftiging door pesticiden afkomstig uit het Botlekgebied en het zoeken naar olie en aardgas. Bovendien dreigde in de jaren twintig een geul het eiland in tweeën te breken. Natuurmonumenten besloot maatregelen te treffen. Splitsing werd tegengegaan door de aanleg van een wierdijkje in de monding van de geul.

Toen in 1932 de Afsluitdijk gereed kwam, veranderden stromingen en het tij. De hoogwaterstanden stegen met zo’n 20 centimeter, wat een nieuwe bedreiging vormde. Er werd gevreesd voor de verdwijning van Griend. Het gebrek aan zandaanvoer uit zee dreigde ertoe te leiden dat heeen onbegroeide zand- en slikplaat zou worden, zonder plek voor de duizenden grote sterns en andere vogels.

Een zware kerststorm in 1954 sloeg het bewakingshuisje weg, taste de schoorwal van het eiland ernstig aan en leidde bijna tot een volledige doorbraak. Rijkswaterstaat liet in 1958 zand uit de Waddenzee zuigen. Daarmee werden de doorbraken gedicht en werd een sikkelvormige schoorwal aangelegd om het eiland te beschermen. Beplanting met strandkweek, biestarwegras en zandhaver zorgde voor stevigheid.

Niet lang daarna ontstond het plan de Waddenzee in te polderen. Dat ging echter niet door, wat het behoud van Griend betekende. Tien jaar na de aanleg van de sikkel ontstond er opnieuw ernstige afslag van Griend. Opnieuw moest Rijkswaterstaat ingrijpen, zowel in 1981 als in 1988. Het was afdoende om Griend enkele tientallen jaren te beschermen. Dit jaar zijn er opnieuw maatregelen getroffen.

Over de geschiedenis van het eiland is een jubileumboek verschenen. Het is geschreven door bioloog Jan Veen en zijn partner Hanneke Dallmeijer, die geograaf is. Zij verbleven in de jaren zestig als biologiestudenten op het eiland. Ze bewaakten het gebied en voerden vogelwaarnemingen uit.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer