Residentiepauzedienst (Van der Staaij): We hoeven niet altijd gelijk klaar te staan met ons oordeel
In de Waalse kerk in Den Haag wordt iedere derde dinsdag van de maand een residentiepauzedienst gehouden. Een predikant spreekt een meditatie uit, waarna een politicus van een van de christelijke partijen een toespraak houdt. Dinsdag sprak mr. Kees van der Staaij (SGP).
Als 20-jarige kreeg ik van mijn oudere zus Elly een boek cadeau met de plechtige titel: ”Opleiding tot recht verstand der Schrift, voor eenvoudigen die Gods Woord onderzoeken”. Het zijn korte overdenkingen van de voor verreweg de meesten hier welbekende dominee uit Elberfeld H.F. Kohlbrugge.
Ik denk dat ik dit boek van mijn zus kreeg, omdat ik die tijd zo ongeveer alles las wat ging over het Reveil, de opwekkingsbeweging in de negentiende eeuw.
Tot op de dag van vandaag vind ik dat Reveil een ongelooflijk boeiende en inspirerende beweging. Het bemoedigt om te zien hoe dwars door alle tegenstand en weerzin heen Gods Geest kan doorbreken en grote dingen doen. Toen. En nu.
In het negentiende-eeuwse Reveil waren mensen actief als de dichters Bilderdijk en Da Costa, maar ook de arts Abraham Capadose en de zakenman Willem de Clerq. Voor de politiek was veruit de belangrijkste persoon Groen van Prinsterer. Het waren heel uiteenlopende figuren en ze waren het soms ook stevig met elkaar oneens. Maar ze vonden elkaar in een warm, levend, persoonlijk christelijk geloof. Dat oversteeg hun verschillen van mening en temperament.
De mannen en vrouwen van het Reveil spraken met elkaar in de huiskamers, schreven gedichten en pamfletten, maar kwamen ook maatschappelijk in actie om armen te helpen en vrouwen bij te staan die in de prostitutie beland waren. Groen van Prinsterer, die hier in de Waalse Kerk ook jaren gekerkt heeft -zijn naam prijkt op een van de borden rechts van mij - bracht het Reveil in de Tweede Kamer: tegen de revolutie, het Evangelie!
Op de achterflap van het boekje van Kohlbrugge dat ik van mijn zus kreeg, staat vermeld dat dit oorspronkelijk in 1845 is verschenen op verzoek van Groen van Prinsterer. Het was Groen kennelijk opgevallen dat Kohlbrugge in zijn brieven aan hem en andere Reveilvrienden vaak een mooie en opvallende uitleg gaf aan Bijbelgedeelten. Daarom drong Groen erop aan dat Kohlbrugge die passages in een boekje zou verzamelen en uitbrengen. Dat boekje viel zó in de smaak, dat er inmiddels talloze herdrukken van zijn geweest. Zo kreeg ik het dus in 1989 in handen en ben ik er enthousiast in gaan lezen.
Nu zal het ook uw ervaring zijn: van veel boeken die je 25, 30 jaar geleden gelezen hebt, weet je je nog maar weinig te herinneren. Maar soms is er iets dat je bijzonder raakt en dat je nooit meer vergeet. Zo is dat mij vergaan. Elke keer als ik de teksten uit Prediker hoor over de jeugd, moet ik aan opvallende woorden van Kohlbrugge uit dit boekje terugdenken. In Prediker 11 vers 9 staat: „Verblijd u, o jongeling, in uw jeugd, en laat uw hart u vermaken in de dagen uwer jongelingschap, en wandel in de wegen uws harten en in de aanschouwingen uwer ogen; maar weet dat God om al deze dingen u zal doen komen voor het gericht.”
Kohlbrugge zegt daarover: Het komt mij voor dat deze woorden ‘wandel in de wegen uws harten’ niet ironisch of vermanend zijn bedoeld, zoals vaak wordt gedacht. Dan denkt men dat vooral de jeugd een zeer zondige leeftijd is, en bestraft men een jonge man omdat hij niet is als een oude man, en de jonge vrouw omdat zij niet is als haar grootmoeder of oudtante. Volgens Kohlbrugge is het waar zoals het er staat.
„Des Heeren Woord wil dat Zijn schepsel zich verheuge en blijde zij voor des Heeren aangezicht. Daarentegen wil de duivel droefgeestigheid, zuur zien, ach’s en och’s waar dit geen pas geeft, dat men zich anders voordoe, dan het hart gestemd is. De jeugd is als de lente. Maar de vernieler van alle menselijk geluk en zoetheid des levens leert de lieve lentebloemen te vertrappen. Hoe anders leert de koninklijke Prediker: ‘Geniet het leven, zegt hij, jongeling, jonge dochter, wees blijde in uw jeugd, uw hart doe zich te goed in uw dagen, waarin het jonge bloed met frisheid u doorvloeiende, u tot vrolijkheid stemt. Zoals uw hart verlangt, zo doe, en wat gij gaarne ziet, sluit uw ogen niet daarvoor.’ De jeugd moet vrolijk wezen. (En wie prijst niet zelfs een vrolijke ouderdom?)”
En natuurlijk komt er dan ook bij Kohlbrugge een “maar” achteraan. Na het ruimhartige ‘ja’ tegen het leven, volgt dan in de Bijbelse lijn ook de duidelijke grens. Zie toe, hoe je dat doet, je moet er wel eenmaal verantwoording over afleggen! Vrees God, opdat het genot van uw jeugd u niet tot veroordeling zal zijn.
Wat ik zo mooi vind, en zo in de lijn van de wijsheid van de Prediker, is dat de spanning erin wordt gehouden. Trek niet te haastig je conclusie. Het is allebei waar: een blije jeugd is iets om dankbaar voor te zijn. Maar tegelijk geldt: vergeet je Schepper niet. Luister naar Zijn stem. Richt je leven naar Zijn geboden.
De spanning erin houden, het boek Prediker staat er vol mee. In de ene tekst lijkt het dat de dood beter is dan het leven, in de volgende tekst staat het weer heel anders. In de ene tekst lijkt het dat werk een goede bezigheid is, in de andere tekst lijkt de boodschap tegenovergesteld. Echte wijsheid laat de spanning staan, wacht zich voor overhaaste conclusies. Is die spanning ook niet de essentie van ieder mensenleven, zeker van ons aardse leven in het licht van Gods eeuwigheid?
Die les neem ik graag mee naar de politiek. We hoeven niet altijd gelijk klaar te staan met onze conclusie en ons oordeel. Uiteindelijk is het God die oordeelt. Díe klem zit er wel op. Is de verkiezing van Trump in plaats van Clinton als Amerikaanse president een absolute ramp, zoals velen voorspellen? Of is zijn verkiezing juist een zegen voor Amerika, zoals anderen verwachten?
Beide meningen zijn te makkelijk. Is het niet wijzer de spanning te laten bestaan? Het is zeker waar dat er in Bijbels licht veel aan te merken op Trumps uitspraken en gedragingen. Daar doe ik helemaal niets aan af. Maar de andere kant is ook waar. De republikeinen hebben een meerderheid in het Huis van afgevaardigden en in de Senaat. Onder hen zijn er ook zeker die voor christelijke waarden willen gaan. Wie weet welke kansen dat geeft voor een beleid voor meer bescherming van ongeboren kinderen, voor een constructieve houding tegenover Israel, voor een pro-family-beleid. De tijd zal het leren.
Tot slot nog een paar woorden over de blijdschap van de jeugd. Toegespitst op Nederland in de 21e eeuw.
Waar worden kinderen en jongeren echt blij van? Nou, van een leraar voor de klas die het de kinderen voorhoudt en voorleeft: gedenk aan de Schepper in de dagen van je jongelingschap! Ik ben mijn hoofdmeester Droogers op de lagere school in Geldermalsen nog dankbaar voor zijn ernstige aansporingen en zijn boodschap dat niets meer vreugde kan brengen dan God te dienen! Wat een zegen is goed onderwijs!
Maar als het goed is begint een blijde jeugd al thuis. Gelukkig is er veel actie tegen de afschuwelijke misstanden als kindermishandeling en kindermisbruik. Zeer terecht.
Maar wat kan de levensvreugde van veel kinderen ook dagelijks worden vergald door geruzie of scheiding van vader of moeder. Wat zou het veel vreugde kunnen geven als we in maatschappij en politiek dit leed eindelijk eens zouden erkennen en er wat aan doen!
En over een veilige jeugd gesproken: we kunnen en mogen er niet in berusten dat de moederschoot voor zoveel kinderen niet de veilige plek is die het zou moeten zijn!
We hebben de wijsheid van de Prediker nodig om deze thema’s op de agenda te zetten. We hebben dat vuur van het Reveil nodig, die heilige verontwaardiging over onrecht. We hebben Gods Geest nodig. De vreze des Heeren als het beginsel der wijsheid.
De Prediker weet het als geen ander: Wijsheid is niet altijd zwart-wit, wijsheid is soms de spanning erin houden. Maar aan het einde van het boek Prediker is de slotsom glashelder: „Van alles wat gehoord is, is het einde van de zaak. Vrees God en houd Zijn geboden, want dit betaamt allen mensen. Want God zal ieder werk in het gericht brengen, met al wat verborgen is, hetzij goed of hetzij kwaad.”
De auteur is Kamerlid voor de SGP.
Eerdere residentiepauzediensten vindt u in ons thema Residentiepauzediensten.