Column: Scarf
De neurowetenschap is een relatief jong vakgebied. De laatste jaren komt er steeds meer inzicht in de werking van ons brein. Langzamerhand sijpelen deze breingeheimen het onderwijsveld binnen. Het puberbrein wordt binnenstebuiten gekeerd. De prefrontale cortex is nog volop in ontwikkeling. Geheel zelfstandig plannen? Dat wordt een lastige. Risico’s nemen? Te veel. En wat maakt eigenlijk dat jongens in hun ontwikkeling het nakijken hebben vergeleken bij meisjes?
Een bruikbaar handvat voor opvoeders en onderwijzers is het Scarfmodel. Vijf prikkelende factoren waarop onze hersenen reageren. In positieve zin als stimulerend, motiverend en belonend. In negatieve zin als bedreigend, demotiverend en bestraffend. Status, zekerheid (certainty), autonomie, verbondenheid (relatedness) en eerlijkheid (fairness).
Interessant om te weten hoe onze pupillen reageren op deze prikkels. Opvoeders en onderwijzers zijn gedragsbeïnvloeders. Maar waarop kunnen zij sturen?
Status in een groep is voor jongeren heel belangrijk. Vooral voor jongens. Het zelfbeeld wordt er behoorlijk door beïnvloed. Sommigen hebben een status hoog te houden of zijn keihard bezig deze te verwerven. Agressief en confronterend gedrag kan ontstaan bij een dreigend statusverlies. Deze opmerking weleens gehoord? „Als je hem alleen hebt, gaat het super, maar zodra hij in de groep is, is het een heel andere jongen.”
Zekerheid geeft een stijgend gevoel van controle en daarmee autonomie. Gewoon duidelijkheid scheppen in de chaos van die puberhoofden dus. Daar hebben ze u voor nodig. Ze gaan u nog aardiger vinden ook. Duidelijkheid en daarmee zekerheid wordt namelijk als beloning gezien. Wilt u deze alinea nog een keer lezen, of zullen we verder naar de volgende?
Voilà. Uw autonomie is zojuist gestegen. U had de mogelijkheid te kiezen. En dat werkt ook motiverend. Laat ze dus gewoon eens kiezen tussen twee werkvormen. Of kom eens los van uw eigen les- of dagindeling en bouw wat keuzemogelijkheden in. Ook nu gaan ze u aardiger en uw les beter vinden.
Maar pas op. Te veel autonomie en te veel keuzemogelijkheden werken verlammend. „Wat moet ik doen?” „Wat moet ik kiezen?” En zo gebeurt er niets. Is deze uitspraak herkenbaar? „Ze nemen geen verantwoordelijkheid.” Maar er valt ook zo véél te kiezen. Denk alleen al aan het aantal studies.
Verbondenheid is ook een grote voorspellende factor voor groepsprestaties. Waar veel samenhang is, stijgen de prestaties. Deze weleens meegemaakt? Twee parallelklassen halen de eindstreep van het examen met punten verschil. En het waren toch echt hetzelfde boek en dezelfde docent.
Eerlijkheid als laatste is ook een grote emotionele beïnvloeder. Krijgt iedereen gelijke aandacht en wordt er rechtvaardig en consequent gehandeld? En zo heeft ten slotte ook elke organisatie een eigen Scarfprofiel. Leuk voor een brainstormsessie.