Ross wil zwakzinnigen kinderen ontzeggen
Verstandelijk gehandicapten die niet zelfstandig kinderen kunnen opvoeden, moeten worden ontmoedigd die te krijgen. Dat is de mening van staatssecretaris Ross van Volksgezondheid. De bewindsvrouw wil met een richtlijn vaststellen of de betrokkene in staat is tot ’verantwoord ouderschap’.
De CDA–politica zegt in een interview in de Volkskrant van donderdag: „De regel is dat het fout gaat. Kinderen worden soms aan een stoelpoot vastgebonden, omdat de ouder niet weet wat te doen". Ross vindt het meest schokkende „dat de drama’s zich blijven herhalen".
Hulpverleners moeten vooraf beoordelen of verstandelijk gehandicapten de opvoeding aan kunnen. De staatssecretaris vindt dat zij ook bij twijfel moeten aandringen op anticonceptie. Zij wijst gedwongen anticonceptie of sterilisatie af.
Het bestuur van de Nederlandse Vereniging van Artsen voor Verstandelijk Gehandicapten (NVAVG) spreekt vanuit de ervaring dat maar zelden sprake is van geslaagd ouderschap van mensen met een verstandelijke handicap. „Wij hebben vraagtekens gezet bij de rol die de Gezondheidsraad toekent aan het sociaal netwerk van verstandelijk gehandicapten met een kinderwens. Dit netwerk blijkt uit onderzoek erg smal te zijn en al zwaar belast", aldus NVAVG–voorzitter F. Scholte.
De verantwoordelijkheid nemen voor het mee opvoeden van een kind is daarbij vaak onmogelijk, en ons inziens ook niet wenselijk, stelt Scholte. „Er is dan immers feitelijk sprake van een ’vervangend ouderschap’ en dat kan de bedoeling niet zijn." De NVAVG is positief over de normatieve uitspraak van de Gezondheidsraad dat mensen met een IQ lager dan zestig niet in aanmerking moeten komen voor ouderschap.
De vereniging heeft zich in een overleg met de staatssecretaris en de Gezondheidsraad uitgesproken tegen gedwongen anticonceptie en gekozen voor het overleg met de betrokkenen voor overtuiging en ontmoediging. „Meer dan misschien tot nu toe gebruikelijk was, moet met mensen met een verstandelijke handicap gesproken worden over wat hun beperkingen voor gevolgen hebben en hoe zij daar in hun leven mee moeten omgaan. Het is belangrijk dat hulpverleners die daar mee te maken hebben over instrumenten beschikken waarmee zij zich een oordeel kunnen vormen over de ouderschapscompetenties van mensen met een verstandelijk handicap."