Opinie

Ruimte

29 April 2004 12:27Gewijzigd op 14 November 2020 01:11

Ruimtelijke ordening geldt als een van de kerntaken van de overheid. Sinds 1965 komt het begrip voor in de naam van een van onze departementen. Kennelijk vinden we dat in ons kleine landje de ontwikkeling van de geografische ruimte niet kan worden vrijgelaten.Toch is de vraag reëel of ook bij een stringent beleid ruimtelijke ordening de (landelijke) overheid echt greep heeft op de ontwikkelingen. Wanneer de bevolkingsdruk toeneemt of economische belangen een grote rol spelen, is de kans groot dat de gestelde kaders voor de ruimtelijke ordening op grote schaal worden ontdoken.

Nederland is een dichtbevolkt land met een hoog welvaartsniveau. De bevolking groeit, het aantal personen per huishouden vermindert, terwijl het aantal auto’s nog steeds toeneemt. Dat maakt het onvermijdelijk dat de bebouwing steeds verder oprukt. Evenzo is een voortdurende uitbreiding van het wegennet vereist om te voorkomen dat de files niet eindeloos lang worden.

In de deze week verschenen Nota Ruimte schetst minister Dekker hoe zij het ruimtelijk beleid voor de komende jaren ziet. Zij wil gemeenten daarbij een grote vrijheid geven. Daarin vaart zij duidelijk een andere koers dan haar voorganger, Pronk, die de centrale overheid zag als de instantie die op ruimtelijk gebied de touwtjes in handen moest houden.

Verschil in politieke achtergrond werkt daarbij duidelijk door. Pronk is een socialist van het oude stempel, die gelooft in ordening. Minister Dekker is liberaal. Zij wil ruim baan voor het bedrijfsleven en geeft daarom de regie in handen van de gemeenten. Die staan dichter bij de burger en de ondernemer dan de beleidsmakers in Den Haag.

Maar centrale sturing is daarbij niet overbodig. In een klein land met een grote bevolking is ruimte per definitie schaars en kostbaar. Ontwikkelingen die bij nader inzien ongelukkig zijn, zijn heel moeilijk terug te draaien. Dat vereist algauw ontzagwekkende bedragen. Je hebt nu eenmaal te maken met onroerend goed dat zich niet zomaar laat verplaatsen.

Landschappelijk fraaie gebieden zijn het waard om in stand gehouden te worden. Maar daar moet je als overheid dan wel je best voor doen. Als je het overlaat aan het vrije spel van maatschappelijke krachten, wordt het een puinhoop. Aan Belgische toestanden hebben we hier geen behoefte.

Niet alle aantrekkelijke gebieden kunnen ongerept in stand blijven. Woningbouw, bedrijfsterreinen, wegenaanleg, Schiphol en de Rotterdamse havens kosten ruimte. Daar zul je af en toe wat voor moeten opofferen. Het is niet anders.

Concentratie van de woningbouw in stedelijke agglomeraties brengt aan het landschap echter minder schade toe dan het vrijgeven van de woningbouw op het platteland. Wat het laatste betreft, biedt de minister duidelijk te veel ruimte. Verspreide bebouwing in gebieden die nu nog een open karakter dragen, is volgens onderzoekers van het RIVM schadelijk voor milieu, natuur en landschap.

Hopelijk worden de plannen van de minister op een aantal punten door de Kamer bijgestuurd. Alleen de VVD is echt enthousiast over de nota van haar partijgenoot. Het CDA toonde zich een stuk kritischer. En dat niet zonder reden.

Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer