Vooral in Syrië zal de verkiezing van Trump te merken zijn
RD-correspondent Martin Janssen levert wekelijks commentaar op actuele gebeurtenissen in het Midden-Oosten. Vandaag: president Assad zal blij zijn als de VS al-Qaida bestrijden.
De algemene verwachting is dat president Trump een heel ander buitenlands beleid zal voeren dan zijn voorganger Obama. Dit is waarschijnlijk vooral merkbaar in het geval van de Syrische crisis.
In Syrië woeden momenteel twee totaal verschillende oorlogen. Allereerst is er de strijd tegen het IS-kalifaat. Alhoewel men zou verwachten dat dit gevaar alle landen zou verenigen, blijkt dit niet het geval te zijn. Vervolgens is er de burgeroorlog in Syrië zelf, waarover al helemaal geen internationale consensus bestaat. Terwijl alle ogen zijn gericht op het Iraakse Mosul, vinden in Syrië de meest opmerkelijke ontwikkelingen plaats.
De Syrische Democratische Krachten (SDK) zijn hun opmars naar Raqqa begonnen. De naam SDK is een eufemisme, omdat het voornamelijk Koerdische strijders betreft. Daarom was Turkije er fel tegen dat deze SDK zouden meedoen aan de bevrijding van Raqqa, een overwegend soennitisch Arabische stad. Dat de Verenigde Staten toch de SDK hebben ingezet, roept daarom vraagtekens op.
De Amerikaanse inlichtingendiensten zeggen dat er „grote urgentie” was. Vermoed wordt dat er zich in Raqqa tienduizenden IS-strijders bevinden. Deze zouden onder meer „buitenlandse operaties” (lees: terroristische aanslagen in het Westen) voorbereiden. Vandaar de Amerikaanse urgentie. Het is echter nog steeds niet zeker of Turkije een Koerdische aanwezigheid in Raqqa zal dulden.
Opvallend was dat president Obama de afgelopen dagen het Pentagon opdracht gaf al-Qaida in Syrië te elimineren. Deze Syrische tak van al-Qaida heette voorheen Jabhat al-Nusra, maar verbrak enkele maanden geleden de banden met al-Qaida. Dit gebeurde echter met de toestemming en zelfs aanmoediging van het al-Qaidaleiderschap, wat aangaf dat het geen ideologische heroriëntatie betrof. The Washington Post meldde dat de Amerikaanse veiligheidsdiensten Obama hadden gewaarschuwd dat kopstukken van al-Qaida zich in Syrië hadden gevestigd. Al-Qaida had in Syrië –dat vlak bij Europa ligt– de grootste „veilige haven” gecreëerd sinds de NAVO in 2001 deze terreurorganisatie in Afghanistan had gebombardeerd.
Gebleken was bovendien dat al-Qaida overal in Syrië in alle stilte het vacuüm opvulde dat ontstond nadat IS ergens verjaagd werd. Al-Qaida streeft in Syrië naar de oprichting van een islamitisch emiraat. Een doelstelling die steeds meer realiteit werd omdat alle internationale aandacht was gefocust op IS. Het IS-kalifaat zou aldus worden afgelost door een emiraat van al-Qaida.
Het Pentagon blijkt intern verdeeld te zijn over het plan om al-Qaida in Syrië te bestrijden. Sommigen zien hierin een afscheidscadeau van Obama voor de Syrische president Assad, die immers de lachende derde zal zijn. Het kan bovendien worden geïnterpreteerd als een knieval voor Rusland. Al-Qaida in Syrië is echter een realiteit geworden die vooral door Europa niet langer genegeerd kan worden.