„Christenen uit Syrië en Irak vaak niet welkom in Westen”
De stem van christenvluchtelingen uit Syrië en Irak wordt in het Westen te weinig gehoord. Met name president Obama liet het volgens hen afweten.
Een Britse televisieploeg bezocht vlak voor de Amerikaanse presidentsverkiezingen de Iraakse stad Qaraqosh, die enkele weken eerder door het Iraakse leger werd bevrijd van Islamitische Staat (IS). De christenen van Qaraqosh vertelden hoe IS hun de keuze had gegeven tussen het betalen van een extreem hoge belasting, bekering tot de islam of executie.
De inwoners van Qaraqosh bleken vrijwel zonder uitzondering te hopen dat Trump de nieuwe Amerikaanse president zou worden en ze hadden hier hun redenen voor. De christenen die de terreur van de IS hadden overleefd, waren woedend op president Obama, die volgens hen geweigerd had de christenen te beschermen toen de IS in 2014 op het toneel verscheen.
Indertijd was het trouwens ook Arabische media opgevallen dat Obama niet reageerde toen de christenen uit Mosul en Ninevé werden verjaagd. De Verenigde Staten kwamen pas in actie toen de jezidi’s hetzelfde overkwam. Een christen uit Qaraqosh zei voor de camera’s dat „president Obama christenen minacht. Dat heeft hij de afgelopen 26 maanden duidelijk gemaakt.”
Christenen in het Midden-Oosten voelen zich door de regering van Obama gediscrimineerd, en cijfers in een artikel dat op 6 oktober in The Wall Street Journal verscheen, lijken dit te staven. Het afgelopen fiscaal jaar werden er 12.587 Syrische vluchtelingen toegelaten tot de Verenigde Staten, maar slechts 68 van hen waren Syrische christenen. Dat is slechts 0,5 procent. En dat terwijl de christenen 10 procent van de Syrische bevolking uitmaken en algemeen wordt erkend dat onder hen de meeste slachtoffers vallen.
Zelfs het Amerikaanse gerechtshof heeft hier zijn verbazing over uitgesproken. Vorige maand diende er in de Verenigde Staten een aan immigratie gerelateerde rechtszaak. Rechter Daniel Manion toonde zich verbaasd over het geringe aantal christelijke Syrische vluchtelingen. De rechter schreef „dat het goed gedocumenteerd is dat de vluchtelingen uit Syrië niet representatief zijn voor dat land.” Tot op heden is er geen verklaring voor deze onthutsende discrepantie.
Discriminatie
Bij het toekennen van een vluchtelingenstatus aan Syriërs en Irakezen is een cruciale rol weggelegd voor de vluchtelingenorganisatie van de Verenigde Naties, de UNHCR. Antonio Guterres was tot eind 2015 het hoofd van deze organisatie. Toen Guterres in december vorig jaar gevraagd werd naar een verklaring voor het geringe aantal Syrische christenen dat door de UNHCR naar het Westen wordt gebracht gaf hij een opmerkelijk antwoord. Hij zei dat hij in het algemeen geen voorstander was van de emigratie van Syrische christenen omdat zij tot „het DNA van het Midden-Oosten” behoren. Dit zou de Libanese president tegen hem hebben gezegd. Men kan zich echter afvragen of dit „geen religieuze discriminatie is voor politieke doeleinden”, schreef Nina Shea van het Hudson Institute als reactie hierop.
Zowel in de Verenigde Staten als de Europese Unie blijken Syrische christelijke vluchtelingen procentueel ondervertegenwoordigd te zijn. Hierbij kunnen twee kanttekeningen worden geplaatst. Allereerst zijn christenen in het Midden-Oosten verdeeld over het beladen onderwerp van emigratie naar het Westen. Daarbij kan vaak een kloof worden geconstateerd tussen kerkelijke leiders en hun gelovigen.
Kerkelijke leiders benadrukken vaak het belang van een blijvende christelijke aanwezigheid in de Arabische wereld, terwijl gewone gelovigen veelal niet opteren voor emigratie. Christenen in het Midden-Oosten hebben vaak het gevoel dat ze hierbij door het Westen worden gediscrimineerd, terwijl ze datzelfde Westen tegelijkertijd verwijten dat het het Midden-Oosten „christenvrij” wil maken.
Een tweede opmerking betreft de rol van de UNHCR. John Pontifex van de organisatie ”Aid to the Church in Need” stelt dat christenen en jezidi’s vaak vervolging vrezen door moslims in de door de UNHCR gerunde vluchtelingenkampen. Ze geven er daarom de voorkeur aan om deze te vermijden en hun toevlucht te zoeken tot medechristenen. Het gevolg hiervan is echter dat ze buiten het netwerk van de UNHCR vallen, dat ze nodig hebben om in het Westen asiel te kunnen aanvragen. Dit probleem lijkt nog steeds niet opgelost.