Psalmen zingen bij het orgel van Feike Asma
In de Evangelisch-Lutherse kerk werd zaterdag de landelijke Orgel- en Samenzangdag van de Vereniging Organisten Gereformeerde Gemeenten (VOGG) gehouden. Met aan de klavieren de organisten Peter Eilander en Aart Bergwerff.
Na het welkom van VOGG-voorzitter Dirk Jan Versluis opent Eilander met het canonisch voorspel van psalm 84 van Jan Zwart. Bezonnen, mooi uitgesponnen spel, enigszins slepend – zoals deze muziek van Zwart gespeeld wil worden. De ruim honderdvijftig aanwezigen zingen de coupletten 1 en 6, isoritmisch: „Hoe lief’lijk, hoe vol heilgenot” en „Want God, de HEER, zo goed, zo mild”.
Na het openingslied houdt Aart Bergwerff een voordracht over de geschiedenis van het Bätz-orgel. „Een orgel dat de harten van velen beroert”, zo begint hij, „van welke stijl in de orgelmuziek men ook houdt. Zo zijn er maar een paar in ons land. Ook bijvoorbeeld het Hinsz-orgel in Bolsward heeft eenzelfde charisma”.
Bergwerff schetst de geschiedenis van kerk en orgel, en constateert dat het instrument ongeschonden door de geschiedenis is heengekomen. Bekendheid verwerft het na de Tweede Wereldoorlog als Feike Asma organist van de Haagse Lutherse is.
Vervolgens presenteert Bergwerff het Bätz-orgel aan de hand van fraaie composities uit de Lutherse muzikale traditie, zoals ”Nun lob, mein Seel, den herren” van Dietrich Buxtehude of ”Erbarm dich mein, o Herre Gott” van J.S. Bach. Interessant is ook de passacaglia over ”Aus tiefer Not schrei ich zu Dir” van de Nederlandse lutheraan Willem Mudde (1909-1984).
Het programma van de orgel- en samenzangdag heeft twee lijnen, licht medeorganisator Johan Janssen toe. „Enerzijds de liedcultuur van de Lutherse kerk, wat ook past bij dit gebouw. Wat doen de luthersen met de psalmen? We hebben ons georiënteerd op de Duitse psalmen. De andere lijn is de traditie van Asma. Het was een idee van Bergwerff om, juist op dit orgel, iemand in deze traditie te vragen, en toen zijn we bij Peter Eilander uitgekomen.”
Eilander laat in de Priere et Berceuse van Alexandre Guilmant horen welke prachtige fluiten en tongwerken het orgel rijk is. Na een spannende improvisatie van Aart Bergwerff over psalm 112, zingen de aanwezigen, nu ritmisch: „Zingt, zingt den lof van ’t Opperwezen”.
In de pauze kunnen kinderen onder begeleiding van Bergwerff het Bätzorgel bespelen. Dat varieert van eenvoudig gespeeld ”Opent uwen mond” tot een wervelende toccata of een stuk van Bach. Intussen geeft de organist uitleg over de ins- en outs van het prachtige instrument. En laat zien dat de partituur van Max Regers koraalfantasie ”Ein feste Burg” er ingewikkeld uitziet. Bergwerff zal het ‘s middags uitvoeren – werk aan de winkel voor de registranten.
’s Middags wordt ook de nieuwe VOGG-bundel gepresenteerd. Deze wordt elk jaar door de vereniging uitgegeven en bevat psalmbewerkingen voor kerkorganisten. In de bundel van 2016 staan bewerkingen van Jaap de Wit (Ps. 146), Wim Bomhof (Ps. 9), Margaretha C. de Jong (Ps. 77), Geert Baan (Ps 73), Paul Wols (Ps. 125), en drie bewerkingen over de lofzangen van Maria, Zacharias en Simeon door Arend J. Kettelarij.
Janssen: „We zoeken elk jaar naar een breed programma, wat voor de hele achterban van de vereniging interessant is. Dus niet alleen voor de liturgisch denkenden of voor de liefhebbers van Hollandse koraalkunst, maar voor beiden. Ook willen we literatuurspel en het zingen van psalmen afwisselen, waarbij de psalmen zowel ritmisch als iso-ritmisch worden gezongen.”