Apparaat herkent echte euro niet
Testapparatuur voor eurobiljetten ontdekt valse euro’s vrijwel altijd. Herkenning van echt papiergeld levert echter problemen op. Uit een test van De Nederlandsche Bank (DNB) die woensdag is gepubliceerd, blijkt dat in het slechtste geval maar twee op de drie echte euro’s als zodanig worden herkend.
Het gaat om elektronische apparaten die biljetten zelf testen en met een geluidje of een lampje aangeven of het echt of nepgeld is. In totaal ondergingen 21 stuks een test bij DNB in Amsterdam. Ze moesten twee stapeltjes biljetten controleren. De ene set bestond uit in beslag genomen vervalsingen, de andere biljetten waren allemaal echt.
Van de valse biljetten glipte in het slechtste geval 5,6 procent door de test, maar een meerderheid van de testapparatuur herkende alle onechte euro’s. Bij het echte geld was het resultaat veel slechter. In veel gevallen sloeg de apparatuur bij 20 tot 30 procent van de originele biljetten ten onrechte alarm. De kans bestaat dat echt geld van klanten wordt geweigerd.
De centrale bank kwam met de openbare proef tegemoet aan winkeliers die al langer vragen om een keuring van DNB om de juiste apparatuur te kunnen aanschaffen. Producenten en importeurs van apparatuur tegen valse euro’s testten al langer hun spullen bij DNB met valse biljetten die in beslag zijn genomen. Dat gebeurde tot nu toe echter onder strikte geheimhouding.
DNB benadrukt dat winkeliers of fabrikanten geen rechten aan de test kunnen ontlenen. Het is volgens de centrale bank een momentopname en geeft daarom geen garantie dat de apparaten nieuwe soorten van vervalsing herkennen. DNB geeft dan ook geen keurmerk af.
De Europese Centrale Bank (ECB) is in principe tegen het testen van deze testmachines, maar omdat DNB genoeg slagen om de arm houdt bij de publicatie vond Frankfurt het goed. De ECB vreest dat fabrikanten van de apparaten reclame gaan maken met de keuring. Een keurmerk houdt bovendien het risico in dat winkeliers de centrale bank aansprakelijk stellen als een vals biljet er toch doorheen glipt.
Uit de proef van DNB blijkt dat goedkope apparaten net zo goed als of soms beter scoren dan de dure exemplaren. De goedkoopste eurotester kost 99 euro, de duurste ruim 1400 euro. Slechts twee apparaten haalden de perfecte score.
Winkeliers zijn blij dat DNB een test heeft gedaan. „Er is nu een duidelijk beeld van de kwaliteit”, stelt een woordvoerster van het Platform Detailhandel. Wel ziet ze een probleem in de slechte herkenning van echte euro’s. „Dat kan een onprettige situatie opleveren. Als geweigerde biljetten toch echt blijken te zijn, ontstaat er discussie aan de kassa en dat is niet gewenst.”